Op 30 mei 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2019. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling betrokken is bij de zorg voor de minderjarige. De moeder van de minderjarige heeft het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij haar. De kinderrechter heeft de moeder en de vader als belanghebbenden aangemerkt, waarbij de vader als informant is benoemd. De procedure vond plaats met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de stukken van de GI meegenomen, waaronder een verzoekschrift en een plan van aanpak. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd door de opvoedsituatie bij de moeder. Ondanks dat de moeder zich meer openstelt voor hulpverlening, blijven er zorgen over haar opvoedingscapaciteiten. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft en heeft deze verlengd voor de duur van een jaar, tot 15 juni 2026. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en op schrift gesteld op 6 juni 2025.