Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 december 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met een bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert eiseres, h.o.d.n. [handelsnaam 1], betaling van € 1.792,50 voor pakketdiensten die zij tussen 22 mei 2023 en 30 juli 2023 zou hebben uitgevoerd voor gedaagde, h.o.d.n. [handelsnaam 2]. Eiseres stelt dat gedaagde een opdracht heeft gegeven voor het ophalen en verzenden van postpakketten, maar kan dit niet voldoende onderbouwen. De kantonrechter heeft op 4 juli 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vordering van eiseres werd afgewezen. De rechter oordeelde dat eiseres niet heeft aangetoond dat er een geldige overeenkomst bestond voor de gefactureerde periode. De e-mail van 14 april 2023, waar eiseres naar verwijst, bevestigt slechts een haalservice, maar niet een doorlopende opdracht. Bovendien was het onduidelijk wie de opdracht had gegeven via het MyParcel-account, dat door meerdere personen werd gebruikt. De kantonrechter concludeert dat eiseres niet in haar bewijsvoering is geslaagd en dat de vordering om die reden wordt afgewezen. Eiseres wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 50,- voor de reis- en verletkosten van gedaagde.