In deze zaak heeft Stedin Netbeheer B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die geen leveringsovereenkomst voor energie had afgesloten voor het bedrijfspand dat hij huurt. De vordering betreft het afsluiten van de energietoevoer en het betalen van de kosten die hiermee gepaard gaan. De gedaagde heeft aangevoerd dat hij de sleutels van het pand in januari 2025 heeft ingeleverd en dat de eigenaar benaderd moet worden voor de afsluiting. Echter, de eigenaar verwijst naar de huurovereenkomst waarin staat dat het sluiten van een energieovereenkomst voor rekening van de gedaagde komt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er op het moment van dagvaarden geen energieovereenkomst was en dat Stedin wettelijk verplicht was om de energietoevoer af te sluiten. De gedaagde heeft zijn verweer niet voldoende onderbouwd, waardoor de vordering van Stedin is toegewezen. Daarnaast zijn de incassokosten en proceskosten aan de gedaagde opgelegd, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Stedin de energietoevoer kan afsluiten zonder dat de gedaagde hier bezwaar tegen kan maken.