In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 10 juli 2025, is het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ondertoezichtstelling van een minderjarige afgewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de thuissituatie van de minderjarige, die in 2009 is geboren. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij hen. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de vader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig, maar de moeder was niet verschenen, hoewel zij correct was opgeroepen. De Raad verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor een jaar, met de noodzaak van hulpverlening vanwege schoolverzuim. De kinderrechter erkende de zorgen, maar wees het verzoek af vanwege de lange wachtlijst voor jeugdbescherming, waardoor er voorlopig geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar zou zijn. De kinderrechter oordeelde dat het toewijzen van de maatregel zonder adequate uitvoering in strijd zou zijn met de bedoeling van de maatregel. De beslissing werd openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 17 juli 2025, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.