ECLI:NL:RBROT:2025:8834

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
C/10/696636 / JE RK 25-611 en C/10/702050 / JE RK 25-1311
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en verdeling zorg- en opvoedingstaken van minderjarige

Op 3 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaken C/10/696636 / JE RK 25-611 en C/10/702050 / JE RK 25-1311. De beschikking betreft de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, en de vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor zes maanden en om de zorg- en opvoedingstaken te verdelen, waarbij de vader de hoofdverantwoordelijkheid krijgt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel bij zijn vader woont en dat er zorgen zijn over de thuissituatie bij de moeder, waaronder meldingen van huiselijk geweld. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 16 februari 2026 en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De ouders hebben ingestemd met de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, waarbij de GI de regie heeft over het contact met de moeder. De kinderrechter benadrukt het belang van stabiliteit en rust voor de ontwikkeling van de minderjarige.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/696636 / JE RK 25-611 en C/10/702050 / JE RK 25-1311
Datum uitspraak: 3 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en het vaststellen van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. F.R.G. Drenth, kantoorhoudende te Amersfoort,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 25 maart 2025 (
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 19 juni 2025 (
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 juli 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder en haar advocaat;
  • de vader;
- drie vertegenwoordigers van de GI, te weten [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] .
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren. De kinderrechter heeft, in aanwezigheid van betrokkenen, [minderjarige] zelf telefonisch op de hoogte gebracht van de uitspraak.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn vader.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 8 augustus 2024 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 16 augustus 2025.

3.De verzoeken

Ten aanzien van zaaknummer C/10/702050 / JE RK 25-1311:
3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Ten aanzien van zaaknummer C/10/696636 / JE RK 25-611:
3.2.
De GI verzoekt een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt vast te stellen:
- De GI wil de hoofd- en verblijfplaats van [minderjarige] vast laten leggen bij de vader van [minderjarige] . De GI wil dat [minderjarige] 24 uur, 7 dagen per week bij vader verblijft. Vader neemt de volledige zorg en opvoeding van [minderjarige] op zich.
- [minderjarige] zal contact met moeder hebben wanneer hij daar aan toe is. Vader zal dit dan gaan organiseren samen met [minderjarige] en moeder wanneer [minderjarige] daar aan toe is; er zal dan gekeken worden wat de meest passende afspraken zijn voor [minderjarige] .
De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.3.
Ter zitting heeft de GI het verzoek (
C/10/696636 / JE RK 25-611) gewijzigd in die zin dat wordt verzocht om de zorg- en opvoedingstaken zodanig te verdelen dat de vader zorgt voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] . De GI heeft de regie en bepaalt, in overleg met de ouders, hoe en of er contact met moeder kan zijn in welke vorm dan ook. [minderjarige] is op dit moment met name gebaat bij rust en duidelijkheid.
Daarnaast handhaaft de GI het verzoek (
C/10/702050 / JE RK 25-1311) en heeft dit als volgt verder toegelicht. Er zijn nog altijd zorgen over de thuissituatie bij de moeder. Er zijn twee zorgmeldingen binnengekomen bij Veilig Thuis over het huiselijk geweld dat plaatsvindt in de thuissituatie bij de moeder. De partner van de moeder heeft daarom een huisverbod gekregen. Er is regelmatig sprake van ruzie waarbij er geweld wordt gebruikt. De GI heeft overleg gehad met de moeder, Veilig Thuis en het jeugdteam. Hoewel er dus zorgen zijn over de moeder, is er sprake van een positieve ontwikkeling van [minderjarige] . Zo doet [minderjarige] het goed op school en ervaart hij rust en stabiliteit. [minderjarige] stelt zich steeds meer open en vraagt zelf om hulp. De komende periode wil de GI toewerken naar een overdracht in het vrijwillig kader.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens de moeder is ter zitting het volgende aangevoerd. De moeder voert geen verweer tegen de (deels gewijzigde) verzoeken van de GI. De moeder had echter gehoopt dat de GI een ondertoezichtstelling voor een langere duur zou verzoeken, omdat zij graag wil dat de GI langer betrokken blijft. De moeder zou graag willen dat zij contact heeft met [minderjarige] , maar zij gaat hem niet dwingen. Als [minderjarige] openstaat voor contact, dan mag hij altijd contact opnemen met de moeder. De moeder hoopt dat de GI of het Wijkteam een rol kan spelen bij het contactherstel tussen haar en [minderjarige] . Het belang van [minderjarige] dient hierbij voorop te staan. De GI heeft aangegeven dat er zorgmeldingen zijn binnengekomen bij Veilig Thuis, maar dit klopt niet. Soms hebben de moeder en haar partner ruzie. Inmiddels is de moeder echter hard met zichzelf aan de slag gegaan. Zo volgt de moeder emotieregulatie-therapie. Verder is het IQ van de moeder opnieuw getest en is zij aangemeld bij Pluryn voor hulpverlening.
4.2.
De vader heeft zich ter zitting niet verzet tegen de (deels gewijzigde) verzoeken van de GI. [minderjarige] mag te allen tijde contact zoeken met zijn moeder. Vader staat dat niet in de weg. Er is inmiddels een coach vanuit school betrokken die [minderjarige] ondersteunt en hij heeft gesprekken met de jeugdbeschermer. De vader ondersteunt [minderjarige] . Hij is trots op hem.

5.De beoordeling

Ten aanzien van zaaknummer C/10/702050 / JE RK 25-1311:
5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [minderjarige] nog altijd in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [minderjarige] woont sinds oktober 2022 volledig bij zijn vader, nadat de moeder aan [minderjarige] -voor hem totaal onverwachts- heeft verteld wie zijn biologische vader is. Dit was een grote schok voor [minderjarige] omdat hij er altijd van uit was gegaan dat degene die er was thuis als vader zijn biologische vader was. [minderjarige] heeft daarop het contact met zijn moeder verbroken. Er is sprake van een verstoorde ouderrelatie en het lukt de ouders niet om te communiceren op een manier die in het belang is van [minderjarige] . Naast de zorgen over de onderlinge ouderrelatie, zijn er echter ook forse zorgen over de moeder. Zo zijn er meerdere meldingen bekend bij Veilig Thuis over de moeder in de thuissituatie. Er zou sprake zijn van huiselijk geweld tussen de moeder en haar huidige partner.
5.3.
Hoewel er dus nog flinke zorgen zijn, is er ook sprake van een positieve ontwikkeling. Het lijkt beter te gaan met [minderjarige] . Zo stelt [minderjarige] zich meer open naar de hulpverlening, gaat hij naar school en lijkt hij rustiger. Er zijn geen zorgen over [minderjarige] bij de vader. Na alle hectiek lijkt de rust terug te keren en dat is voor [minderjarige] van groot belang.
5.4.
Er is gebleken dat de ouders bereid zijn en binnen aanvaardbare termijn in staat zijn om de ernstig bedreigde ontwikkeling van [minderjarige] zelfstandig weg te nemen. De jeugdbeschermer is echter op dit moment nog noodzakelijk om het nodige te regelen voor een overdracht naar het vrijwillig kader. De komende periode is het belangrijk dat de positieve lijn wordt voortgezet. Zo is het van belang dat de moeder haar behandelingen blijft volgen en de ouders leren te communiceren in het belang van [minderjarige] zodat er kan worden toegewerkt naar een overdracht in het vrijwillig kader.
5.5.
De ondertoezichtstelling is daarom nog steeds nodig. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van zes maanden, te weten tot 16 februari 2026.
5.6.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.
Ten aanzien van zaaknummer C/10/696636 / JE RK 25-611:
5.7.
De kinderrechter beoordeelt of het in het belang van [minderjarige] noodzakelijk is dat een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt vastgesteld.
5.8.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat toen [minderjarige] nog bij zijn moeder woonde er weinig stabiliteit en structuur was, omdat de moeder onvoorspelbaar was in haar gedrag. [minderjarige] heeft het contact met de moeder verbroken nadat hij volkomen onverwachts te horen kreeg wie zijn biologische vader was en in feite plotsklaps door moeder daar werd geplaatst. Sinds oktober 2022 woont [minderjarige] volledig bij de vader en heeft hij geen contact heeft met zijn moeder. [minderjarige] liet al snel zien dat het beter met hem ging en dat hij meer tot rust kwam. De school van [minderjarige] heeft dit bevestigd. [minderjarige] heeft op dit moment nog geen behoefte aan contact met de moeder. Contact met zijn destijdse stiefvader is er, mede dankzij de inzet van vader, wel. [minderjarige] vindt dat ook fijn. De moeder heeft het weliswaar zwaar met de weigering van [minderjarige] , maar inmiddels heeft zij aangegeven te begrijpen dat zij [minderjarige] niet kan dwingen om contact met haar te hebben. Zij heeft gemerkt dat als zij dit doet, dit averechts werkt.
5.9.
Er wordt gezien dat [minderjarige] gebaat is bij stabiliteit en rust. [minderjarige] krijgt dit bij zijn vader. Het gaat hem goed daar. Het is daarom belangrijk de inmiddels ontstane rust voor [minderjarige] wordt gewaarborgd en dat de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken zodanig wordt bepaald dat de huidige situatie kan voortduren. Ouders hebben beiden aangegeven daar ook achter te kunnen staan, vanuit het belang van [minderjarige] .
De kinderrechter bepaalt, met instemming daartoe van beide ouders ter zitting, als verdeling van de zorg- en opvoedingstaken dat de vader zorgdraagt voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] en dat de GI de regie heeft om te bepalen, in overleg met de ouders, hoe en of er contact met moeder kan zijn in welke vorm dan ook.

6.De beslissing

De kinderrechter:
Ten aanzien van zaaknummer C/10/702050 / JE RK 25-1311:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 16 februari 2026;
Ten aanzien van zaaknummer C/10/696636 / JE RK 25-611:
6.2.
bepaalt als verdeling van de zorg- en opvoedingstaken:
- de vader draagt volledig zorg voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] ;
- de GI heeft de regie om te bepalen, in overleg met de ouders, hoe en of er contact met moeder kan zijn in welke vorm dan ook.
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2025 door mr. M.P.G. Rietbergen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. K.F.G. van Leeuwen als griffier, en op schrift gesteld op 11 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:260 BW.