Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 14 april 2025, met bijlagen 1 tot en met 10;
- de aanvullende bijlagen 11 tot en met 14 van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord, met bijlage 1;
- de mondelinge behandeling op 12 mei 2025;
- de pleitaantekeningen van mr. De Bakker;
- de spreekaantekeningen van mr. Jansens.
3.De beoordeling
Opheffing van conservatoir beslag in het algemeen
de vordering” van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op [eiser] maar dat er een vordering op [eiser] is, is nou juist niet gesteld. Daar komt nog bij dat de aandelen niet tot de nalatenschap van vader behoren, zo heeft [eiser] onbetwist gesteld. Dat is voldoende voor opheffing van het beslag op de aandelen. Andere argumenten die aan de vordering tot opheffing van dit beslag ten grondslag zijn gelegd, hoeven geen bespreking meer.