Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), als adviseur, vertegenwoordigd door [naam].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juli 2025 een beschikking gegeven over de wijziging van het ouderlijk gezag van een minderjarige. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K.R. Koopman, verzoekt om het gezag over de minderjarige alleen aan haar toe te kennen, omdat de man, de andere ouder, sinds februari 2025 uit beeld is geraakt. De man is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2025, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet bereikbaar is voor de vrouw, wat haar ernstig belemmert in de uitoefening van het gezag. De rechtbank oordeelt dat de situatie zodanig is gewijzigd dat het gezamenlijk gezag niet in stand kan blijven. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw toe en bepaalt dat zij voortaan alleen beslissingen over de minderjarige kan nemen. Daarnaast wordt het verzoek om vervangende toestemming voor een vakantie met de minderjarige afgewezen, omdat dit verzoek bij gebrek aan belang niet meer relevant is. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan worden aangevochten bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de uitspraak.