3.5.Met het bestreden besluit heeft het college, in navolging van het advies van de Commissie bezwaarschriften van 11 december 2024, het bezwaar ongegrond verklaard. Volgens het college is niet gebleken dat de adviezen van Salude onzorgvuldig tot stand zijn gekomen. Het college heeft het plan van aanpak op 26 september 2024 mogen aanpassen op basis van de mededeling van Salude van 22 september 2024 dat in de mogelijkhedenlijst in eerste instantie geen beperking is gesteld ten aanzien van de fysieke omgevingseis dat er een wc in de buurt moet zijn. Op basis van die adviezen is het volgens het college aannemelijk dat eiseres in staat is om vrijwilligerswerk te verrichten voor vier tot acht uur per week, waarbij rekening wordt gehouden met de fysieke beperkingen van eiseres en de beschikbaarheid van een nabije sanitaire voorziening. Het college stelt zich dan ook op het standpunt dat het plan van aanpak op juiste wijze is opgesteld met de daarin opgenomen verplichtingen.
Het standpunt van eiseres
4. Eiseres betoogt dat het onderzoeksbureau Salude weinig rekening heeft gehouden met de inbreng van artsen, de huisarts, de neuroloog, en dat gesproken kan worden van een onzorgvuldig advies. Eiseres heeft last van zware slapeloosheid, zodat zij geestelijk en lichamelijk niet herstelt van de inspanningen van de dag daarvoor. Eiseres stelt dat Salude onvoldoende heeft aangegeven waarom de slapeloosheid niet ertoe leidt dat van eiseres geen arbeidsinspanning kan worden verwacht.
5. De relevante wet- en regelgeving is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Het oordeel van de rechtbank
6. De rechtbank stelt voorop dat het plan van aanpak alleen op rechtsgevolg is gericht en dus kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover het strekt tot nadere concretisering van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 9, eerste lid, van de Pw.In het verlengde hiervan kan in deze uitspraak aan een rechterlijke toetsing worden onderworpen het bestreden besluit voor zover daarin de oplegging van nader geconcretiseerde verplichtingen ex artikel 9, eerste lid, van de Pw met ingang van 26 september 2024, is gehandhaafd.
7. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep(de Raad), is het niet aan de betrokkene, maar aan het bijstandverlenend orgaan om te bepalen welke re-integratievoorziening voor de betrokkene is aangewezen om het uiteindelijk beoogde doel, arbeidsinschakeling, te bereiken. Wel is vereist dat het bijstandverlenend orgaan maatwerk levert en dat de voorziening het resultaat is van een zorgvuldige, op de persoon toegesneden afweging. Het bijstandverlenend orgaan moet voorts aan de betrokkene kenbaar maken waaruit de voorziening concreet bestaat, waarom deze voorziening, gelet op de feiten en omstandigheden in het individuele geval, is aangewezen en welk tijdpad wordt gevolgd.
8. De rechtbank oordeelt dat het college hieraan heeft voldaan met het plan van aanpak en de daarin vermelde geconcretiseerde verplichtingen ex artikel 9, eerste lid van de Pw - waaronder het zoeken naar vrijwilligerswerk – zodat het college dit plan van aanpak met ingang van 26 september 2024 heeft kunnen opleggen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
9. Het college mocht zich bij de besluitvorming op het medisch advies van juli 2024 en de toelichting van Salude van 22 september 2024 baseren. Het advies is concludent en niet is gebleken dat dit onjuiste feiten bevat. De adviserend arts heeft voldoende toegelicht hoe hij tot zijn conclusie is gekomen en is daarbij ingegaan op de door eiseres ondervonden klachten. De arts van Salude heeft eiseres geadviseerd in toenemende mate lichamelijk en mentaal actief te zijn omdat dit haar klachten en beperkingen op lange termijn zal doen afnemen en naar zelfredzaamheid zal vergroten. De arts heeft geconcludeerd dat er benutbare mogelijkheden zijn en geeft aan dat de belastbaarheid van eiseres kan verbeteren. In dit geval is er geen sprake van een situatie dat er in de toekomst geen verbetering valt te verwachten. Van duurzame arbeidsongeschiktheid is dan ook geen sprake.
De door eiseres op 31 december 2024 overgelegde informatie van de huisarts betreft geen nieuwe informatie. De informatie genoemd in de journaalpost van 17 juli 2017, de brief van de neuroloog van 6 juli 2017 en de verwijzing van de huisarts zijn bij de beoordeling betrokken. De objectieve gegevens over de slaapproblematiek en de darmklachten zijn bekend en er zijn geen concrete gegevens overgelegd waaruit blijkt dat het belastbaarheidsonderzoek niet deugdelijk is. De door eiseres tijdens het onderzoek aan de arts vermelde medicatie is opgenomen in de medische notitie en volgens de arts in overweging genomen. De medische gegevens geven geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de beoordeling van de arts. Het betoog van eiseres slaagt niet.