ECLI:NL:RBROT:2025:9592

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
6 augustus 2025
Zaaknummer
11751278 VV EXPL 25-36
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens dringend eigen gebruik door verhuurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Trivire en [gedaagde 1]. Trivire, de verhuurder, heeft de huurovereenkomst met [gedaagde 1] opgezegd vanwege dringend eigen gebruik, omdat de woning gesloopt en opnieuw opgebouwd moet worden. [gedaagde 1] heeft de huuropzegging betwist en woont nog in de woning. Trivire eist dat [gedaagde 1] de woning uiterlijk 15 augustus 2025 ontruimt, maar de kantonrechter wijst de ontruiming toe op een iets langere termijn, namelijk uiterlijk 20 september 2025. De kantonrechter oordeelt dat Trivire een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, omdat de sloopwerkzaamheden op 1 oktober 2025 moeten beginnen. De rechter heeft vastgesteld dat Trivire voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik en dat er passende vervangende woonruimte beschikbaar is voor [gedaagde 1]. De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van [gedaagde 1] gesteld, omdat zij grotendeels ongelijk hebben gekregen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming kan plaatsvinden, ook als [gedaagde 1] in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11751278 VV EXPL 25-36
datum uitspraak: 18 juli 2025
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Trivire,
vestigingsplaats: Dordrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. N. Vermeulen,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2. [gedaagde 2],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagden,
gemachtigde: mr. N. Claassen.
De partijen worden hierna ‘Trivire’ en ‘ [gedaagde 1] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 27 juni 2025, met bijlagen;
  • de e-mail van 3 juli 2025 van [gedaagde 1] , met bijlagen;
  • de brief van 3 juli 2025 van Trivire, met bijlage;
  • de spreekaantekeningen van mr. Claassen.
1.2.
Op 7 juli 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren namens Trivire de heer [persoon A] en mr. Vermeulen aanwezig. Meneer en mevrouw [gedaagde 1] waren samen met hun dochter, tolk en mr. Claassen aanwezig.

2.De beoordeling

De zaak in het kort
2.1.
[gedaagde 1] huren sinds 1977 van Trivire de meergezinswoning aan de [adres] in de Planetenbuurt in Zwijndrecht. Trivire heeft de huurovereenkomst op 28 november 2024 opgezegd tegen 15 augustus 2025 vanwege dringend eigen gebruik, omdat het gebouw waarin de woning is gelegen, gesloopt en opnieuw opgebouwd wordt. [gedaagde 1] hebben niet ingestemd met de huuropzegging en wonen nog in de woning. Trivire eist dat [gedaagde 1] de woning uiterlijk 15 augustus 2025 ontruimen, omdat zij de woning snel tot haar beschikking moet krijgen vanwege de start van de eerste (sloop)werkzaamheden op 1 oktober 2025. [gedaagde 1] zijn het hier niet mee eens. De kantonrechter wijst de ontruiming toe, maar op een iets langere termijn. Hierna legt zij uit waarom.
Beoordelingskader in kort geding
2.2.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat die partij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de eis in een gewone procedure wordt toegewezen. Verder moet het belang dat Trivire heeft bij toewijzing van de eis worden meegewogen en de gevolgen hiervan voor [gedaagde 1] als deze uitspraak later wordt teruggedraaid.
Trivire heeft een spoedeisend belang
2.3.
Trivire heeft een voldoende spoedeisend belang bij haar vordering tot ontruiming van de woning. De eerste werkzaamheden beginnen volgens Trivire op 1 oktober 2025. Weliswaar stellen [gedaagde 1] hun vraagtekens bij deze aanvangsdatum, maar niet in geschil is dat [gedaagde 1] als enige vaste huurders van de woningen die in de eerste fase vallen nog in de woning wonen. Alle 117 andere huurders hebben inmiddels vervangende woonruimte geaccepteerd. Daarnaast heeft Trivire een screenshot van een planning overgelegd waaruit volgt dat op 1 oktober 2025 wordt aangevangen met een asbestinventarisatie. [gedaagde 1] hebben er nog op gewezen dat sommige woningen in het gebouw via AdHoc op basis van tijdelijke verhuur worden verhuurd tot eind 2025, maar Trivire heeft onweersproken gesteld dat ook deze tijdelijke huurovereenkomsten inmiddels zijn opgezegd. Daarnaast hebben [gedaagde 1] aangevoerd dat er nog steeds woningen worden aangeboden via AdHoc voor de duur van zes maanden, maar dit betwist Trivire en blijkt ook nergens uit.
Trivire heeft de woning dringend nodig voor eigen gebruik
2.4.
Trivire mag de huurovereenkomst opzeggen wanneer zij aannemelijk maakt dat zij de woning die [gedaagde 1] huren zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik dat van haar niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt verlengd (artikel 7:274 lid 1 sub c BW). Onder eigen gebruik valt ook het vernieuwbouwen van de woning die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Trivire voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik. Trivire voert namelijk aan dat de Planetenbuurt onderdeel is van het Masterplan Diztrikt Noord dat in samenwerking met de gemeente Zwijndrecht in 2022 is vastgesteld. In dat plan staat dat de bewoners comfortabel en duurzaam moeten kunnen wonen. Volgens Trivire is een ingrijpende aanpak noodzakelijk en kan de uitvoering van het plan niet plaatsvinden in bewoonde staat. Alleen de kale muren van het woongebouw blijven staan en het gebouw wordt vanaf nieuwbouwniveau opnieuw opgebouwd. Niet in geschil is dat een verlate oplevering van de woning aan Trivire kan zorgen voor vertraging in het hele project. [gedaagde 1] hebben aangevoerd dat Trivire geen vergunningen heeft overgelegd, maar Trivire heeft daar tegenover onweersproken gesteld dat er voor de aanstaande vernieuwbouwing geen vergunningen nodig zijn en dat zij alleen vier weken voor aanvang een melding moet doen.
Voldoende passende woonruimte te verkrijgen
2.5.
Daarnaast heeft Trivire aannemelijk gemaakt dat er andere passende woonruimte beschikbaar is voor [gedaagde 1] . Vanaf 23 november 2023 weten [gedaagde 1] dat zij zullen moeten verhuizen en sindsdien heeft Trivire diverse woningen aangeboden aan [gedaagde 1] , maar die hebben zij allemaal afgewezen. [gedaagde 1] houden vast aan de eis dat de nieuwe woning (minimaal) twee slaapkamers moet hebben om ook een logé te kunnen ontvangen, gelegen moet zijn op de begane grond en bovendien in de Planetenbuurt. Volgens [gedaagde 1] zijn de voorwaarden die zij aan een nieuwe woning stellen noodzakelijk, omdat zij allebei slecht ter been zijn, mevrouw [gedaagde 1] dementerend is en zij vanwege zorgverlening en de moskee die meneer [gedaagde 1] bezoekt, zijn aangewezen op de Planetenbuurt.
2.6.
[gedaagde 1] verliezen met hun eisen uit het oog dat een andere woning passend moet zijn en daarvan kan ook sprake zijn als een woning niet perfect is. [1] De eisen van [gedaagde 1] zijn bovendien niet realistisch gebleken. Hoewel Trivire zich in ieder geval vanaf december 2024 heeft ingespannen om een woning te vinden die aan het eisenpakket van [gedaagde 1] voldoet, is dat niet gelukt. Er zijn geen woningen beschikbaar gekomen voor huurders met sloopurgentie die aan al deze eisen voldoen en die ook nog eens binnen het budget van [gedaagde 1] vallen. [gedaagde 1] hebben ondanks de afgegeven sloopurgentie zelf ook geen woning kunnen vinden die zij geschikt vinden, behalve één woning die Trivire uiteindelijk aan statushouders heeft toegewezen. Het toewijzen van huizen aan statushouders is een wettelijke taak van Trivire en kan niet leiden tot de conclusie dat [gedaagde 1] , anders dan statushouders, geen passende woonruimte wordt aangeboden.
2.7.
Op dit moment heeft Trivire een woning voor [gedaagde 1] gereserveerd. Het gaat om een woning met drie slaapkamers, gelegen in een complex met lift in Zwijndrecht op vijf minuten rijafstand van de huidige woning van [gedaagde 1] . Naar het oordeel van de kantonrechter is deze woning in de gegeven omstandigheden passend voor [gedaagde 1] . De woning voldoet namelijk alleen niet aan de gewenste ligging in de Planetenbuurt, maar zoals hiervoor al is overwogen, kunnen [gedaagde 1] die eis niet stellen. De afstand tot de Planetenbuurt is bovendien klein, zodat familie en hulpverlening deze zonder problemen kunnen overbruggen.
Het belang van Trivire weegt zwaarder: ontruiming uiterlijk 20 september 2025
2.8.
Weliswaar zijn de belangen van [gedaagde 1] bij behoud van de woning groot en de gevolgen van een verhuizing vanwege de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde 1] en vooral de dementie van mevrouw [gedaagde 1] zeer ingrijpend, maar daar staat het belang van Trivire om (tijdig) te kunnen beginnen aan de vernieuwbouwwerkzaamheden tegenover. Gelet op het feit dat voor [gedaagde 1] passende vervangende woonruimte aanwezig is, weegt het belang van Trivire voor de kantonrechter zwaarder.
2.9.
Tijdens de zitting heeft Trivire verklaard dat [gedaagde 1] tot uiterlijk 20 september 2025 in de woning kunnen blijven. De kantonrechter bepaalt daarom dat [gedaagde 1] uiterlijk op die datum de woning moeten hebben ontruimd.
Geen veroordeling tot betaling van de toekomstige huurtermijnen
2.10.
Trivire eist dat [gedaagde 1] worden veroordeeld om de toekomstige huurtermijnen te betalen. Deze eis wijst de kantonrechter bij gebrek aan belang af. Trivire heeft niet weersproken dat [gedaagde 1] altijd op tijd de huur hebben betaald en zij hebben toegezegd om dat te blijven doen.
[gedaagde 1] moeten de proceskosten betalen
2.11.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde 1] , omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde 1] aan Trivire moet betalen op € 146,43 aan dagvaardingskosten, € 135,- aan griffierecht, € 543,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 959,43. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen. Weliswaar is het uitgangspunt van de wet dat ontruiming van de woning pas mogelijk is als onherroepelijk is beslist over de beëindiging van de huur, maar in kort geding kan daarop vooruitgelopen worden (artikel 7:272 lid 1 BW en artikel 254 lid 1 Rv). In dit geval weegt het belang van Trivire om op tijd te kunnen beginnen met de werkzaamheden zwaarder dan het belang van [gedaagde 1] om de uitkomst van een nieuwe procedure af te kunnen wachten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde 1] om uiterlijk op 20 september 2025 de woning aan de [adres] ( [postcode] ) in Zwijndrecht te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde 1] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Trivire te stellen;
3.2.
veroordeelt [gedaagde 1] in de proceskosten, die aan de kant van Trivire worden begroot op € 959,43;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken.
49039

Voetnoten

1.Hoge Raad 24 januari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0485.