In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Trivire en [gedaagde 1]. Trivire, de verhuurder, heeft de huurovereenkomst met [gedaagde 1] opgezegd vanwege dringend eigen gebruik, omdat de woning gesloopt en opnieuw opgebouwd moet worden. [gedaagde 1] heeft de huuropzegging betwist en woont nog in de woning. Trivire eist dat [gedaagde 1] de woning uiterlijk 15 augustus 2025 ontruimt, maar de kantonrechter wijst de ontruiming toe op een iets langere termijn, namelijk uiterlijk 20 september 2025. De kantonrechter oordeelt dat Trivire een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, omdat de sloopwerkzaamheden op 1 oktober 2025 moeten beginnen. De rechter heeft vastgesteld dat Trivire voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik en dat er passende vervangende woonruimte beschikbaar is voor [gedaagde 1]. De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van [gedaagde 1] gesteld, omdat zij grotendeels ongelijk hebben gekregen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming kan plaatsvinden, ook als [gedaagde 1] in hoger beroep gaat.