ECLI:NL:RBROT:2025:9672
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing naturalisatieverzoek wegens gerede twijfel aan identiteit en nationaliteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 11 augustus 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn naturalisatieverzoek behandeld. Eiser had op 7 januari 2022 een verzoek tot naturalisatie ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft dit verzoek afgewezen op basis van gerede twijfel aan de identiteit en nationaliteit van eiser, voortkomend uit een eerder uitgevoerd leeftijdsonderzoek. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en heeft verschillende beroepsgronden aangevoerd. De rechtbank heeft het beroep op 10 juli 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er twijfel bestaat over de identiteit en nationaliteit van eiser. Eiser had verklaard geboren te zijn op 14 januari 1984, maar het leeftijdsonderzoek uit 2001 concludeerde dat hij op dat moment als meerderjarig kon worden beschouwd. Dit roept gerede twijfel op over de juistheid van de opgegeven geboortedatum. Eiser heeft geprobeerd deze twijfel weg te nemen met documenten, maar de rechtbank oordeelt dat hij hierin niet is geslaagd. De rechtbank benadrukt dat de staatssecretaris de juistheid van de overgelegde documenten mag beoordelen en dat er geen rechtsregel is die vereist dat altijd van de inhoud van authentieke documenten moet worden uitgegaan.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat de afwijzing van het naturalisatieverzoek in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.