In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 3 juli 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van een schuldenaar om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De schuldenaar bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om tot de WSNP te worden toegelaten. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en een eerdere ingangsdatum vastgesteld op 19 maart 2025, vier maanden voor de datum van het vonnis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar aan de inspanningsverplichting heeft voldaan en dat er geen afloscapaciteit is, wat de beslissing om de WSNP toe te wijzen ondersteunt. De rechtbank benoemt ook een bewindvoerder en een rechter-commissaris om toezicht te houden op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de WSNP. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de schuldenaar tijdens het WSNP-traject, waaronder de informatieverplichting en de afdrachtverplichting. De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van een postblokkade voor de eerste 13 maanden van het traject vastgesteld, waarbij alle post naar de bewindvoerder gaat. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.