ECLI:NL:RBROT:2025:9755

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
11744125 GZ VERZ 25-5393
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een tweede bewindvoerder die zelf onder bewind staat en in wettelijke schuldsanering zit

Op 6 augustus 2025 heeft de kantonrechter te Rotterdam een beschikking gegeven inzake het ambtshalve ontslag van de tweede bewindvoerder over de goederen van betrokkene, geboren in 1987. De procedure begon op 15 december 2005, toen er een bewind werd ingesteld over de goederen van betrokkene vanwege een lichamelijke of geestelijke toestand. De huidige bewindvoerders zijn [naam 1] en [naam 2].

Op 6 juni 2025 ontving de kantonrechter een brief van F&G Advocaten, vertegenwoordigd door mr. W.P. Groenendijk, die als wsnp-bewindvoerder van de tweede bewindvoerder ([naam 2]) optrad. De kantonrechter besloot af te zien van een mondelinge behandeling op basis van de ontvangen informatie. Uit de beoordeling bleek dat de tweede bewindvoerder, [naam 2], op 30 augustus 2022 in staat van faillissement was verklaard, wat op 9 september 2024 werd opgeheven, met toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.

Daarnaast was [naam 2] op 23 mei 2023 onder bewind gesteld vanwege verkwisting of problematische schulden. De kantonrechter oordeelde dat een persoon die zelf onder bewind staat, failliet is of in de wettelijke schuldsanering zit, niet kan worden benoemd tot bewindvoerder. Daarom werd [naam 2] per direct ontslagen als bewindvoerder over de goederen van betrokkene, terwijl de benoeming van [naam 1] als eerste bewindvoerder in stand werd gehouden. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. C.J. Frikkee, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11744125 GZ VERZ 25-5393
registernummer: BM 4329
uitspraak: 6 augustus 2025
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake ambtshalve ontslag tweede bewindvoerder
over de goederen van:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen betrokkene.

Verloop van de procedure

De kantonrechter te Rotterdam heeft op 15 december 2005 een bewind over de goederen van betrokkene ingesteld vanwege een lichamelijke of geestelijke toestand.

De huidige bewindvoerders zijn [naam 1] en [naam 2].

Op 6 juni 2025 is op de griffie een brief ontvangen van F&G Advocaten, mr W.P, Groenendijk, in zijn hoedanigheid als wsnp bewindvoerder van de tweede bewindvoerder ( [naam 2] ).
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

Beoordeling

Het is de kantonrechter gebleken dat:
de tweede bewindvoerder, [naam 2] , bij vonnis van de rechtbank Rotterdam d.d. 30 augustus 2022 in staat van faillissement is verklaard. Dit faillissement is bij vonnis van 9 september 2024 opgeheven, waarbij de wettelijke schuldsaneringsregeling op hem van toepassing is verklaard;
de goederen van de tweede bewindvoerder, [naam 2] , bij beschikking van 23 mei 2023 (BM 44725) onder bewind zijn gesteld, als gevolg van verkwisting of het hebben van problematische schulden.
Een natuurlijk persoon die zelf onder bewind staat, failliet is of in de wettelijke schuldsanering zit, kan niet worden benoemd tot bewindvoerder. [1]
De kantonrechter is van oordeel dat de tweede bewindvoerder, [naam 2] , gelet op het voorgaande niet langer geschikt is om als bewindvoerder de financiële huishouding te voeren van betrokkene.
Om deze reden gaat de kantonrechter ambtshalve per direct over tot het ontslag van de tweede bewindvoerder, [naam 2] , als bewindvoerder over de goederen van betrokkene.

Beslissing

De kantonrechter
ontslaat per heden [naam 2] , de tweede bewindvoerder;
houdt de benoeming van [naam 1] als (eerste) bewindvoerder in stand.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en in het openbaar uitgesproken.
834
Tegen deze beschikking kan in hoger beroep worden gegaan bij het gerechtshof Den Haag. Dit kan alleen worden ingesteld door een advocaat. Verzoeker en degenen aan wie een kopie van de beschikking is verstrekt moeten hoger beroep instellen binnen drie maanden na de datum van de beschikking. Voor andere belanghebbenden moet dit binnen drie maanden nadat zij van de beschikking op de hoogte zijn geraakt.

Voetnoten

1.Artikel 1:435 lid 6 onder c, d en e van het Burgerlijk Wetboek.