Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser]
1..[gedaagde] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 januari 2025, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de repliek met vermeerdering van eis, met bijlagen;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderen de eisers, [eiser] en [eiseres], huurprijsvermindering en herstel van gebreken in de door hen gehuurde woning. De eisers huren sinds februari 2019 een woning van [gedaagde]. Sinds 2022 zijn er gebreken in de woning, die niet zijn hersteld ondanks herhaalde verzoeken van de eisers. De eisers vorderen een huurprijsvermindering van 40% vanaf 22 mei 2023 en een veroordeling van [gedaagde] of de Vereniging van Eigenaren (VvE) om de gebreken binnen drie maanden te herstellen. De VvE heeft verweer gevoerd, maar [gedaagde] is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tegen de VvE wordt afgewezen, omdat er geen grondslag voor is aangevoerd. De vordering tot huurprijsvermindering en herstel van gebreken is toegewezen, omdat deze voldoende onderbouwd is. De schadevergoeding die bij eisvermeerdering is gevorderd, is afgewezen omdat deze niet aan [gedaagde] is betekend. De kantonrechter heeft ook de incassokosten toegewezen aan de eisers en de proceskosten voor de VvE en [gedaagde] vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.