ECLI:NL:RBROT:2025:9879
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking van verzoek voorlopige voorziening bij bijstandsuitkering
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 augustus 2025, in de zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard, wordt het verzoek van verzoekster om een proceskostenveroordeling beoordeeld. Verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een bijstandsuitkering door het college op 12 mei 2025. Na een nieuw besluit op 1 augustus 2025, waarbij het college alsnog een bijstandsuitkering toekende, trok verzoekster haar verzoek om een voorlopige voorziening in. Ze verzocht echter wel om een veroordeling van het college in de proceskosten.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het college aan verzoekster tegemoet is gekomen door de bijstandsuitkering alsnog toe te kennen. Dit leidt tot de conclusie dat verzoekster recht heeft op een proceskostenvergoeding, aangezien zij een reden had om het verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en stelt de kosten vast op € 907,-, te vergoeden door het college. Daarnaast kan het college het door verzoekster betaalde griffierecht van € 53,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.