Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 december 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de mail van Maas-De Koning van 27 mei 2025, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert de eiseres, Maas-De Koning B.V., betaling van schoonmaakkosten van € 250,- van de gedaagde, die een auto van haar heeft gehuurd. Maas-De Koning stelt dat de gedaagde in strijd met de huurvoorwaarden in de auto heeft gerookt, wat heeft geleid tot extra schoonmaakkosten. De gedaagde ontkent echter dat hij in de auto heeft gerookt en beweert dat de auto bij aflevering al vervuild was. De kantonrechter heeft de zaak op 26 juni 2025 behandeld, waarbij de gedaagde aanwezig was, maar niemand van Maas-De Koning. De kantonrechter oordeelt dat Maas-De Koning niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde in de auto heeft gerookt. De overgelegde foto's zijn onvoldoende om dit te onderbouwen. Aangezien Maas-De Koning niet is verschenen om haar standpunt toe te lichten, kan niet worden vastgesteld dat er daadwerkelijk in de auto is gerookt. Daarom wordt de vordering afgewezen. Daarnaast worden de proceskosten, die zijn begroot op € 50,-, aan de kant van de gedaagde toegewezen, omdat Maas-De Koning ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en Maas-De Koning veroordeeld in de proceskosten.