ECLI:NL:RBROT:2025:9970

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2025
Publicatiedatum
15 augustus 2025
Zaaknummer
11469451 CV EXPL 24-33832
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van schoonmaakkosten na vermeend roken in huurauto

In deze zaak vordert de eiseres, Maas-De Koning B.V., betaling van schoonmaakkosten van € 250,- van de gedaagde, die een auto van haar heeft gehuurd. Maas-De Koning stelt dat de gedaagde in strijd met de huurvoorwaarden in de auto heeft gerookt, wat heeft geleid tot extra schoonmaakkosten. De gedaagde ontkent echter dat hij in de auto heeft gerookt en beweert dat de auto bij aflevering al vervuild was. De kantonrechter heeft de zaak op 26 juni 2025 behandeld, waarbij de gedaagde aanwezig was, maar niemand van Maas-De Koning. De kantonrechter oordeelt dat Maas-De Koning niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde in de auto heeft gerookt. De overgelegde foto's zijn onvoldoende om dit te onderbouwen. Aangezien Maas-De Koning niet is verschenen om haar standpunt toe te lichten, kan niet worden vastgesteld dat er daadwerkelijk in de auto is gerookt. Daarom wordt de vordering afgewezen. Daarnaast worden de proceskosten, die zijn begroot op € 50,-, aan de kant van de gedaagde toegewezen, omdat Maas-De Koning ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en Maas-De Koning veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11469451 CV EXPL 24-33832
datum uitspraak: 22 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Maas-De Koning B.V.,
vestigingsplaats: Krimpen aan den IJssel,
eiseres,
gemachtigde: Equilibristen Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Maas-De Koning’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 december 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de mail van Maas-De Koning van 27 mei 2025, met bijlagen.
1.2.
Op 26 juni 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was [gedaagde] aanwezig. Namens Maas-De Koning is, zonder bericht, niemand verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] heeft van Maas-De Koning een auto gehuurd. Maas-De Koning stelt dat [gedaagde] in strijd met de huurvoorwaarden in de auto heeft gerookt waardoor zij schoonmaakkosten van € 250,- heeft moeten maken. Zij heeft de kosten bij [gedaagde] in rekening gebracht, maar hij heeft deze niet betaald. Maas-De Koning eist daarom in deze procedure dat dat alsnog gebeurt, met vergoeding van rente en kosten. [gedaagde] is het niet eens met de vordering omdat hij niet heeft gerookt in de auto. Hij heeft geen schade veroorzaakt en de auto was bij aflevering al vervuild. De kantonrechter wijst de vordering af. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Gerookt in de auto?
2.2.
[gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat hij heeft gerookt in de auto. Het had daarom op de weg van Maas-De Koning gelegen om nader te concretiseren dat dat wel zo is, maar dat heeft zij niet gedaan. De foto’s die zij heeft overgelegd, zijn daarvoor onvoldoende. Omdat namens haar niemand op de zitting is verschenen, heeft zij ook geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt toe te lichten. Een en ander betekent dat niet kan worden vastgesteld dat er is gerookt in de auto. De vordering van Maas-De Koning wordt dan ook afgewezen.
Proceskosten
2.3.
De proceskosten komen voor rekening van Maas-De Koning, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)). De kantonrechter begroot de kosten die Maas-De Koning aan [gedaagde] moet betalen op € 50,-. Dit is een forfaitair bedrag dat bestaat uit de noodzakelijke reis- en verletkosten die [gedaagde] heeft moeten maken om op de zittingen te verschijnen (artikel 238 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt Maas-De Koning in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot nu toe worden begroot op € 50,- aan reis- en verletkosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
53954