ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9780
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de afwijzing van asielaanvraag van een Afghaanse Tadzjiek
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 13 november 2000 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Afghaanse man, eiser, die behoort tot de Tadzjieken en lid was van de politieke partij Jamiat-e Islami. Eiser heeft in 1997 asiel aangevraagd, maar zijn verzoek werd in eerste instantie afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Eiser stelde dat hij vanwege zijn politieke activiteiten en afkomst door de Taliban werd vervolgd. Hij heeft verklaard dat hij in het verleden is gearresteerd en mishandeld door de Taliban, en dat hij vreesde voor vervolging bij terugkeer naar Afghanistan.
De rechtbank oordeelde dat de IND onvoldoende had onderbouwd waarom eiser niet in aanmerking kwam voor vluchtelingenstatus. De rechtbank vond dat eiser niet adequaat was gehoord in de bezwaarprocedure en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de omstandigheden van zijn arrestatie en de risico's die hij zou lopen bij terugkeer. De rechtbank concludeerde dat er te veel onduidelijkheden waren over de situatie van eiser en dat de IND had moeten nagaan of er nieuwe feiten of omstandigheden waren die een nieuw licht op de zaak konden werpen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de afwijzing van de IND en droeg de IND op om eiser opnieuw te horen en een nieuw besluit te nemen. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser. Deze uitspraak is van belang voor de beoordeling van asielaanvragen van personen die afkomstig zijn uit Afghanistan, vooral in het licht van de politieke situatie en mensenrechtenschendingen in dat land.