ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1104
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-ontvankelijk verklaard in vreemdelingenzaak betreffende A-status
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 februari 2001 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, A, die de Soedanese nationaliteit bezit. Eiser had een aanvraag ingediend voor toelating als vluchteling en een vergunning tot verblijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser inmiddels in het bezit is van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vtv) en dat hij niettemin wenst door te procederen voor een A-status. De rechtbank oordeelt dat eiser geen rechtens relevant belang heeft bij een rechtmatigheidsoordeel over het bestreden besluit, aangezien zijn verblijf in Nederland al gewaarborgd is met de verleende vtv zonder beperkingen. De rechtbank wijst erop dat de nieuwe Vreemdelingenwet 2000 de verschillen tussen de vluchtelingenstatus en een vergunning tot verblijf zonder beperkingen op termijn zal opheffen.
De zitting vond plaats op 30 januari 2001, waar eiser niet persoonlijk aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. P.G.M. Lodder. Verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, was vertegenwoordigd door mr. M.H. Rochat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen inhoudelijk geschil is dat de beoordeling rechtvaardigt, en dat de gemachtigde van eiser geen ander procesbelang heeft aangegeven dan het verkrijgen van de A-status. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen relevante rechtsvraag aan de orde is.
De rechtbank heeft in haar beslissing ook opgemerkt dat er geen aanleiding is om een van de partijen te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. Y.J. Klik, die buiten staat was om de uitspraak te ondertekenen, en is openbaar uitgesproken op 23 februari 2001.