ECLI:NL:RBSGR:2002:AD9999
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van de voortzetting van de maatregel van bewaring van een vreemdeling na afgifte van een non-Sierra Leoneverklaring
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 januari 2002 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de voortzetting van de maatregel van bewaring van een vreemdeling. De vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. P. de Boom, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie, die de maatregel van bewaring had opgelegd. De gemachtigde voerde aan dat de Staatssecretaris niet voldoende voortvarend had gehandeld, aangezien de non-Sierra Leoneverklaring op 23 november 2001 was afgegeven en de vreemdeling pas op 18 december 2001 was gehoord. De rechtbank overwoog dat de Staatssecretaris een termijn van twee weken hanteert als richtsnoer voor het nemen van vervolgstappen na een dergelijke verklaring. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris in dit geval redelijk had gehandeld door de vreemdeling in een nader gehoor te confronteren met de verklaring en dat de tijd die gemoeid was met het organiseren van het gehoor aanvaardbaar was. De rechtbank concludeerde dat de voortzetting van de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat het beroep ongegrond was. De rechtbank wees ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was voor toekenning van schadevergoeding en er geen proceskosten aan de andere partij konden worden opgelegd. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.