ECLI:NL:RBSGR:2002:AE6077
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Timmermans
- J.Th. Drop
- A.S.I. van Delden
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak met complexe bewijsvoering en verweer omtrent schending van rechten
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 augustus 2002, stond de verdachte, geboren in Marokko en thans gedetineerd in Breda, terecht op beschuldiging van meerdere strafbare feiten. De officier van justitie, mr. Vos, eiste een gevangenisstraf van 10 jaar, maar de verdediging voerde aan dat er sprake was van schending van de rechten van de verdachte tijdens de opsporing. De verdediging stelde dat de verdachte, die als zwakbegaafd werd gekarakteriseerd, niet adequaat was geïnformeerd over zijn rechten en dat er belangrijke ontlastende bewijsmaterialen waren onthouden. De rechtbank overwoog dat de verdachte niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn betrokkenheid bij de delicten, en dat de verklaringen van de verdachte inconsistent waren en niet ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de hem ten laste gelegde feiten had begaan. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen en hevelde het bevel tot voorlopige hechtenis op. Tevens werd er een beslissing genomen over de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan verschillende rechthebbenden, waaronder de ouders van het slachtoffer en diverse banken.