ECLI:NL:RBSGR:2005:AU7001
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen vader en dochter na beschuldigingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 4 november 2005 uitspraak gedaan over een verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling tussen een vader en zijn dochter, na beschuldigingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De moeder van de minderjarige [dochter] heeft in haar verzoek aangegeven dat de vader haar oudste dochter [oudste dochter] op ongewenste wijze heeft benaderd, wat heeft geleid tot psychische schade en behandeling. De moeder heeft de relatie met de vader verbroken na een incident in 2004, waarbij de vader in het bijzijn van [dochter] ongepast gedrag vertoonde. De moeder heeft verzocht om een omgangsregeling waarbij de vader [dochter] niet alleen binnenshuis mag hebben en zonder overnachting. De vader heeft deze beschuldigingen betwist en verzet zich tegen de door de moeder voorgestelde voorwaarden voor de omgang.
Tijdens de zitting op 23 september 2005 zijn beide partijen verschenen, vergezeld door hun advocaten en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft overwogen dat zowel de vader als [dochter] recht hebben op omgang, maar dat de zorgen van de moeder over de veiligheid van [dochter] serieus genomen moeten worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is van seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar dat de angst van de moeder wel reëel is, gezien haar eerdere ervaringen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de omgang tussen de vader en [dochter] kan plaatsvinden, maar onder de voorwaarde dat er geen overnachting is. De omgang zal wekelijks plaatsvinden op zaterdag of zondag van 10.00 uur tot 20.30 uur, evenals de helft van de schoolvakanties en op de verjaardag van de vader. De rechtbank heeft de overige verzoeken van de moeder afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. De beslissing is genomen met het belang van de minderjarige voorop, waarbij de rechtbank de continuïteit van de omgangsregeling benadrukt.