ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0313
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardepeildatum en waardering van onroerende zaak in aanbouw
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 mei 2006 uitspraak gedaan in een geschil over de waarde van een vrijstaande nieuwbouwwoning in aanbouw, gelegen aan [a-straat - huisnummer] te [P.]. Eiser, de gebruiker en genothebbende van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente [P.], waarin de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2005 was vastgesteld op € 384.295. Eiser betwistte deze waardering en stelde dat de opstal slechts voor 45 procent gereed was, terwijl verweerder stelde dat deze voor 65 procent gereed was. Eiser had primair een waarde van € 277.405 en subsidiair € 313.035 bepleit, gebaseerd op de kosten van de grond en de bouwkosten van de woning.
Tijdens de zitting op 25 april 2006 was eiser niet verschenen, maar verweerder werd vertegenwoordigd door mr. A.J. ten Hoedt en M.A.M. van den Oord. De rechtbank oordeelde dat verweerder aannemelijk had gemaakt dat de opstal voor 65 procent gereed was, onderbouwd met een taxatierapport van M.A.M. van den Oord. De rechtbank achtte de gekozen waarderingsmethodiek van verweerder juist en verwierp het beroep van eiser op het vertrouwensbeginsel, omdat niet was aangetoond dat eiser door de brochure van de gemeente onterecht vertrouwen had gekregen in de waardering.
De rechtbank concludeerde dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M.A. Dirks, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. van Duijvendijk.