ECLI:NL:RBSGR:2007:BB8160
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.J. van Leijenhorst
- F. Mulder
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over proceskosten in belastingzaak
In deze zaak heeft opposante X verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin haar beroep tegen een aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen 2002 gegrond werd verklaard. Het verzet richtte zich specifiek tegen het ontbreken van een veroordeling van verweerder in de proceskosten van opposante. De rechtbank oordeelde dat de doeltreffendheid van een verzet dat enkel gericht is op het ontbreken van een nevenbeslissing over proceskosten in volle omvang moet worden getoetst. Indien het verzet doel treft, kan de rechter volstaan met een beslissing over de proceskosten, terwijl de eerdere uitspraak in stand blijft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op de uitspraak waarbij het beroep vereenvoudigd is afgedaan, afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. Dit houdt in dat de rechter bij een uitspraak waarbij het beroep vereenvoudigd wordt afgedaan, ook toepassing kan geven aan artikel 8:75 van de Awb, dat betrekking heeft op de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitspraak op verzet bevestigend moet worden beantwoord, wat betekent dat de eerdere uitspraak in stand blijft.
De rechtbank heeft verweerder, de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën), veroordeeld in de proceskosten van opposante, vastgesteld op € 483. De rechtbank heeft daarbij de noodzaak tot het instellen van beroep in cassatie uiteengezet, waarbij onder andere een afschrift van de uitspraak en de gronden van het beroep in cassatie moeten worden overgelegd. De uitspraak is gedaan op 9 november 2007 en openbaar uitgesproken door mr. G.J. van Leijenhorst, in tegenwoordigheid van mr. F. Mulder, griffier.