ECLI:NL:RBSGR:2008:BD2310

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
6 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 07/1465/FB
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. van Rij
  • S.R.M. Dekker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de geschiktheid van een stacaravan voor menselijke bewoning in het kader van forensenbelasting

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 maart 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslag forensenbelasting die aan eiser was opgelegd. Eiser beschikte over een stacaravan op een camping in de gemeente Nieuwkoop, die eenvoudig gemeubileerd was en voorzien van basisvoorzieningen zoals een kookgelegenheid, wasgelegenheid en toilet, maar niet over een douche, elektriciteitsaansluiting of gasaansluiting. De rechtbank moest beoordelen of de stacaravan als woning kon worden aangemerkt in de zin van de verordening forensenbelasting van de gemeente.

De rechtbank oordeelde dat de stacaravan, ondanks de afwezigheid van bepaalde voorzieningen, op zichzelf beschouwd zowel bestemd als geschikt was voor enigszins duurzaam gebruik voor menselijke bewoning. De rechtbank stelde vast dat de stacaravan in de zomermaanden bewoonbaar was en dat de alternatieve voorzieningen, zoals accu's en gasflessen, voldoende waren om een enigszins vast verblijf mogelijk te maken. De rechtbank verwierp ook het beroep van eiser op het gelijkheidsbeginsel, omdat hij niet had aangetoond dat de gemeente dit beginsel had geschonden.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de aanslag forensenbelasting aan eiser terecht was opgelegd. De uitspraak benadrukt de criteria voor de beoordeling van de geschiktheid van een stacaravan als woning en de toepassing van de forensenbelasting in de gemeente.

Uitspraak

RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 07/1465/FB
Uitspraakdatum: 6 maart 2008
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[X.], wonende te [Z.], eiser,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [P.], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 22 januari 2007 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser opgelegde aanslag forensenbelasting.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 februari 2008.
Eiser is daar in persoon verschenen, tot bijstand vergezeld van C.M. Nuijens. Namens verweerder is verschenen mr. A.M.K. de Jong.
1. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
2. Gronden
2.1. Eiser had in het jaar 2006 zijn hoofdverblijf in [Z.]. Eiser beschikte het gehele jaar 2006 over een stacaravan op [camping] in de gemeente [P.]. De caravan is eenvoudig gemeubileerd en beschikt over één woonvertrek, één slaapvertrek en 2 slaapplaatsen. Voorts beschikt de caravan over een kookgelegenheid (keukenblok), een wasgelegenheid (wasbak en een douche) en een toilet. In de zomer is de caravan aangesloten op de waterleiding en op de riolering. De voorziening van warm water geschiedt met gebruik van gas uit een gastank. De verwarming van de caravan geschiedt door middel van een gaskachel waarbij een gasfles wordt gebruikt. De stacaravan beschikt niet over een elektriciteitsaansluiting noch over een gasaansluiting. De elektriciteitsvoorziening wordt gerealiseerd door één zonnepaneel en een accu.
2.2. Aan eiser is voor het jaar 2006 een aanslag forensenbelasting opgelegd
2.3. In geschil is of de in 2.2. genoemde aanslag terecht aan eiser is opgelegd.
Het geschil spitst zich enkel toe op de volgende vragen:
a) kan eisers stacaravan aangemerkt worden als een woning in de zin van de verordening forensenbelasting van de gemeente [P.]?
b) heeft verweerder in strijd met het gelijkheidsbeginsel gehandeld?
2.4. Ingevolge artikel 223, eerste lid van de Gemeentewet kan een forensenbelasting worden geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan negentig dagen van dat jaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2.5. In de gemeente [P.] gold in het jaar 2006 de Verordening forensenbelasting [P.] 2006. In deze verordening is in het – voor zover hier van belang – gelijkluidende artikel 2, eerste lid, bepaald dat onder de naam forensenbelasting een directe belasting wordt geheven van de natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2.6. De stacaravan van eiser dient als gemeubileerde woning te worden aangemerkt indien deze op zichzelf beschouwd zowel bestemd als geschikt is om enigszins duurzaam - zij het niet bepaaldelijk in alle jaargetijden - voor menselijke bewoning te dienen, zonder dat wordt achtgeslagen op de mate, waarin daarvan werkelijk gebruik wordt gemaakt. Hierbij komt geen betekenis toe aan de welstand en andere persoonlijke omstandigheden van degene, die de caravan beschikbaar houdt (zie ook Hoge Raad 19 december 1962, nr. 14.905, BNB 1963/95 en Hoge Raad 8 november 1995, nr. 30.790, VN 1999/18.36).
2.7. Naar het oordeel van de rechtbank is de caravan van eiser, gelet op hetgeen in 2.1. is overwogen, op zichzelf beschouwd zowel bestemd als geschikt is om enigszins duurzaam - zij het niet bepaaldelijk in alle jaargetijden - voor menselijke bewoning te dienen, zonder dat wordt achtgeslagen op de mate, waarin daarvan werkelijk gebruik wordt gemaakt. De rechtbank acht hierbij van belang dat de caravan jaarlijks in ieder geval gedurende de zomermaanden bewoonbaar is en gedurende die tijd door belanghebbende ook als zodanig beschikbaar wordt gehouden. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de omstandigheid dat de caravan niet over een elektriciteitsaansluiting en een gasaansluiting beschikt een enigszins vast verblijf in de caravan niet in beduidende mate belemmert nu eiser als alternatief gebruik maakt van een zonnepaneel, een accu en een gastank dan wel gasflessen.
2.8. Dat de caravan uit aluminiumplaten bestaat, dat het niet mogelijk is kleren te wassen in een wasmachine in de caravan, een mobiele telefoon op te laden, tv of radio aan te sluiten op het lichtnet en dat de caravan niet over een kabel of internet beschikt en dat er geen aansluiting is voor een laptop doet aan vorenstaand oordeel niet af nu dit naar het oordeel van de rechtbank niet leidt tot het ontbreken van noodzakelijke voorzieningen voor het bestemd dan wel geschikt zijn voor menselijke bewoning.
2.9. Eisers beroep op het gelijkheidsbeginsel verwerpt de rechtbank omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat verweerder het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden.
2.10. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond verklaard.
2.11. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan op 6 maart 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. T. van Rij, in tegenwoordigheid van mr. S.R.M. Dekker, griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ’s-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.