ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5029
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing tijdelijke eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening wegens onvoldoende pensioenopbouw ex-echtgenoot
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 4 november 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres [A] en de Sociale Verzekeringsbank over de afwijzing van een aanvraag voor een eenmalige uitkering op basis van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening. Eiseres, geboren in 1924, ontvangt sinds 1989 een AOW-pensioen naar de norm alleenstaande. De aanvraag voor de tegemoetkoming werd afgewezen omdat eiseres aanspraak had kunnen maken op pensioenverevening op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, ondanks dat de pensioenopbouw van de ex-echtgenoot nagenoeg nihil was.
De rechtbank overwoog dat het huwelijk van eiseres met [E] ten minste 18 jaar had geduurd en dat er tijdens het huwelijk minderjarige kinderen waren. Hierdoor was de Wet pensioenrechten bij scheiding van toepassing. Eiseres voerde aan dat zij geen recht had op pensioenverevening omdat er onvoldoende pensioen was opgebouwd. De rechtbank oordeelde echter dat het ontbreken van pensioenopbouw bij de ex-echtgenoot niet betekende dat er geen aanspraak op verevening bestond. De rechtbank concludeerde dat eiseres, omdat zij aanspraak had kunnen maken op een recht op verevening, geen recht had op de eenmalige tegemoetkoming.
Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechtbank heeft de mogelijkheid van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep vermeld.