a) Ipse de Bruggen is een zorginstelling die zorg en dienstverlening biedt aan meer dan 4000 mensen met een verstandelijke of meervoudige handicap op meer dan 90 locaties in Zuid-Holland. Deze cliënten kunnen bij Ipse de Bruggen wonen, werken, leren en recreëren. Een groot deel van de cliënten woont intern bij Ipse de Bruggen.
b) Ipse de Bruggen is in het bezit van een aantal wasserijen en één van de diensten die Ipse de Bruggen biedt, is dat cliënten tegen een geringe vergoeding hun kleding bij Ipse de Bruggen kunnen laten wassen. Om er voor te zorgen dat iedere cliënt van de wasserij het juiste kledingstuk terugkrijgt, dient elk kledingstuk te zijn voorzien van een label met de naam van de cliënt daarop. Deze dienst werd in het verleden ook aangeboden door de rechtsvoorgangers van Ipse de Bruggen.
c) [eiseres], geboren op 13 april 1951, is op 1 april 1988 bij (één van de rechtsvoorgangers van) Ipse de Bruggen in dienst getreden in de functie van naaister. Sedert 14 mei 2001 werkt [eiseres] 32 uren per week.
d) Sinds de aanvang van het dienstverband is het altijd de taak van [eiseres] geweest om de kleding van cliënten voor de wasserij te voorzien van een label (het zogenaamde merken) en om in voorkomende gevallen kleding van cliënten, beddengoed, gordijnen, bedrijfskleding, etcetera te herstellen.
e) Vanaf 1994 heeft werkgeefster diverse malen getracht om [eiseres] ook te werk te stellen in de wasserij, laatstelijk in 2006. [eiseres] heeft dat telkens geweigerd omdat zij daartoe op grond van medische redenen niet in staat was. [eiseres] is ook diverse malen medisch gekeurd. Vanwege twee herniaoperaties kan [eiseres] niet lang staan en is zij niet in staat om zware zaken te tillen of te dragen. Bovendien lijdt zij aan een lichte vorm van astma en is de lucht in de wasserij schadelijk voor haar gezondheid. [eiseres] bleef steeds werkzaam in haar oorspronkelijke functie. In de periode 1995-2000 heeft [eiseres] wel vouwwerk verricht voor de wasserij.
f) Vanaf 1 januari 2006 werden (in verband met wetswijzingen in de AWBZ en de WMO) na een directiebesluit en na overeenstemming met de Centrale Cliënten Raad) de kosten voor persoonsgebonden was- en herstelwerkzaamheden bij de cliënten (volledig) in rekening gebracht. Hierdoor is een terugloop in werkzaamheden ontstaan.
g) Vanaf 2006 hebben diverse gesprekken plaatsgevonden tussen mevrouw [A.] (Hoofd Facilitaire Diensten van Ipse de Bruggen; verder [A.] te noemen) en [eiseres]. Daarbij is onder meer aan de orde geweest dat er volgens Ipse de Bruggen te weinig reguliere werkzaamheden voor [eiseres] voorhanden waren en zijn door [A.] andere aanvullende werkzaamheden aangeboden. De besprekingen zijn vastgelegd in diverse brieven en gespreksverslagen.
h) In november 2007 vond op het filiaal te Nootdorp een werkbespreking plaats waarbij bekend werd gemaakt dat de medewerkers van de wasserij ook moesten gaan merken. Voor deze werkzaamheden zijn nieuwe werkroosters opgesteld, waarbij is bepaald dat iedere medewerker alleen mag merken op de data zoals vermeld op het rooster.
i) In februari 2008 heeft [A.] [eiseres] meegedeeld dat zij er in is geslaagd gedeeltelijk ander passend werk voor [eiseres] te vinden (buiten vouwwerk in de linnenkamer), te weten receptiewerkzaamheden. Volgens Van
Lienden waren deze werkzaamheden passend en zouden die niet leiden tot een wijziging van de arbeidsovereenkomst van [eiseres]; de functie van [eiseres] (coupeuse) zou ongewijzigd blijven, evenals haar salaris. [eiseres] heeft deze werkzaamheden niet aanvaard.
j) In april 2008 heeft Ipse de Bruggen aan het CWI toestemming gevraagd om [eiseres] voor 12 uren per week te mogen ontslaan op grond van bedrijfseconomische redenen. Vanwege het feit dat de herstelwerkzaamheden waren teruggelopen, zou volgens Ipse de Bruggen de functie van [eiseres] voor 12 uren per week ophouden te bestaan. Voor deze 12 uren per week heeft Ipse de Bruggen [eiseres] weliswaar ander werk aangeboden als receptioniste/gastvrouw, maar [eiseres] heeft dit aanbod niet aangenomen omdat volgens [eiseres] er nog voldoende werk voor haar was als naaister. [eiseres] heeft in die procedure gesteld dat de omvang van de werkzaamheden van het merken van de kleding onverminderd hoog bleef, terwijl [eiseres] herstelwerkzaamheden bleef verrichten met betrekking tot gordijnen, beddengoed, bedrijfskleding, etcetera. Alleen herstelwerkzaamheden voor cliënten waren volgens haar sinds 2006 verminderd omdat deze werkzaamheden apart in rekening werden gebracht.
k) Bij brief van 6 juni 2008 heeft het CWI aan Ipse de Bruggen toestemming verleend om [eiseres] voor 12 uren per week te ontslaan. In de beschikking staat uitdrukkelijk vermeld dat aan deze toestemming de voorwaarde wordt verbonden dat de werkgever binnen 26 weken na bekendmaking van de toestemming geen werknemer in dienst zal nemen voor het verrichten van werkzaamheden van dezelfde aard, dan nadat zij degene voor wie de toestemming tot opzegging is verleend, in de gelegenheid heeft gesteld haar vroegere werkzaamheden op de bij de werkgever gebruikelijke voorwaarden te hervatten.
l) Verder wordt in de beschikking gesteld: "Niet-naleving van de gestelde voorwaarde heeft tot gevolg dat de beëindiging van de arbeidsverhouding wordt geacht zonder mijn toestemming te zijn geschied.".
m) Ipse de Bruggen heeft vervolgens per brief van 17 juni 2008 de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2008 opgezegd.
n) Tot 1 augustus 2008, werkte [eiseres] 32 uren per week tegen een bruto maandloon van € 1.976,91 exclusief vakantiegeld en overige emolumenten. Vanaf 1 augustus 2008 werkt [eiseres] onder protest voor slechts 20 uren per week bij Ipse de Bruggen tegen een bruto maandloon van € 1.235,65 exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
o) In de bedrijfskrant van Ipse de Bruggen d.d. 1 augustus 2008 is een vacature per 1 september 2008 geplaatst met als omschrijving van de werkzaamheden "herstellen, aanpassen en merken van kleding van onze cliënten" met als werklocatie Zwammerdam voor 15-18 uur per week. Het betrof een functie voor de tijdelijke duur van een half jaar.
p) [eiseres] heeft in oktober 2008 met de betreffende locatie (Zwammerdam) contact opgenomen met de vraag of zij die werkzaamheden kon gaan uitvoeren. Aan haar werd hierop meegedeeld dat dit niet mogelijk was omdat de functie reeds vervuld was per 1 september 2008 door iemand anders.
q) Namens [eiseres] heeft haar gemachtigde per brief van 17 november 2008 primair de vernietigbaarheid van het aan [eiseres] gegeven ontslag ingeroepen en bericht dat [eiseres] zich beschikbaar hield om op eerste afroep de bedongen werkzaamheden onmiddellijk te hervatten. Daarnaast is de loondoorbetaling gevorderd.
r) Bovendien is in voormeld schrijven gesteld dat er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag nu de opzegging is geschied op grond van een voorgewende/valse reden. Op die grond vorderde [eiseres] in de brief dan ook herstel van de dienstbetrekking. Daarnaast heeft de gemachtigde van [eiseres] Ipse de Bruggen gewezen op het feit dat de opzegging onregelmatig was, nu Ipse de Bruggen niet de juiste opzegtermijn in acht had genomen. [eiseres] had op 1 januari 1999 de leeftijd van 47 jaar, hetgeen betekende dat zij onder de 'oude' regeling valt en in haar geval een opzegtermijn geldt van 25 weken zonder korting.
s) Op 20 november 2008 hebben de gemachtigde van [eiseres] en de gemachtigde van Ipse de Bruggen over voormelde brief telefonisch contact gehad. De gemachtigde van Ipse de Bruggen heeft in dat gesprek toegegeven dat vanwege de fusie Ipse de Bruggen over het hoofd heeft gezien dat de functie in Zwammerdam beschikbaar was voor [eiseres]. De gemachtigde van Ipse de Bruggen kon tijdens dat gesprek geen uitsluitsel geven of de functie nog beschikbaar was, maar zij deelde mee dat indien dat wel het geval was de functie aan [eiseres] zou worden aangeboden. De gemachtigde van Ipse de Bruggen merkte daarbij op dat het wel ging om een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van 6 maanden. De gemachtigde van Ipse de Bruggen kon echter niet bevestigen dat de arbeidsovereenkomst voor 32 uren per week nog in stand was.
t) Het vorenstaande heeft de gemachtigde van Ipse de Bruggen per fax van 1 december 2008 herhaald.
u) De gemachtigde van [eiseres] heeft vervolgens per faxbrief van 2 december 2008 verzocht om een bevestiging dat de 'oude' arbeidsovereenkomst nog in stand was.
v) Op 9 en 18 december 2008 heeft de gemachtigde van Ipse de Bruggen telefonisch meegedeeld dat [eiseres] de 1e week vanaf 5 januari 2009 moest gaan werken op locatie Zwammerdam. Op 23 december 2008 heeft [eiseres] zelf telefonisch contact opgenomen met de locatie te Zwammerdam.
w) Begin januari 2009 heeft de gemachtigde van Ipse de Bruggen de gemachtigde van [eiseres] nogmaals gebeld met de mededeling dat schriftelijk inhoudelijk zou worden gereageerd op de brief van 2 december 2008.
x) In een brief van 8 januari 2009 heeft Ipse de Bruggen die reactie gegeven. In de brief aan de gemachtigde van [eiseres] heeft Ipse de Bruggen onder meer meegedeeld dat zij de vacature abusievelijk niet aan [eiseres] heeft voorgelegd, hetgeen toe te schrijven zou zijn aan een fusie die had plaatsgevonden. Ipse de Bruggen wilde [eiseres] de mogelijkheid bieden de functie (die voor 6 maanden gold) voor onbepaalde tijd aanbieden. Ipse de Bruggen zou [eiseres] voorts betalen conform haar inschaling (FWG 30), hoewel de functie een lagere inschaling had (FWG 20). Hiermee zou de functie op het niveau zijn zoals deze was voor de opzegging. Het was wenselijk dat [eiseres] de functie zo snel mogelijk zou gaan vervullen.
y) Bij faxbrief van 12 januari 2009 heeft Ipse de Bruggen het telefoongesprek van 8 januari 2009 met de gemachtigde van [eiseres] aan hem bevestigd. In de brief werden voormeld aanbod en de wenselijkheid van een snelle vervulling van de functie herhaald.
z) Op 23 januari 2009 rappelleerde Ipse de Bruggen per faxbrief naar de gemachtigde van [eiseres].
aa) Per brief en per faxbrief van 27 januari 2009 reageerde de gemachtigde van [eiseres] op de faxbrief van 26 (23?) januari 2009. Hij deelde daarin mee, dat hij geen fax of andere correspondentie van 12 januari dan wel enige datum daarna ontvangen had. Daarom was de dagvaarding inmiddels op 23 januari 2009 betekend. Voorts deelde de gemachtigde mee dat zijn cliënte zonder meer bereid was de werkzaamheden in Zwammerdam te aanvaarden, indien haar werkzaamheden in Nootdorp waren komen te vervallen; naar de mening van [eiseres] was dat echter niet het geval, nu een groot deel van haar werkzaamheden door haar collega's uit de wasserij werden uitgevoerd.
bb) Bij brief van 2 maart 2009 heeft Ipse de Bruggen [eiseres] een voorstel gedaan waarbij de werkzaamheden te Zwammerdam voor 12 uren coulancehalve aan haar werden aangeboden; de arbeidsovereenkomst zou dan volledig in stand blijven en geacht worden nimmer te zijn beëindigd. De brief is (ook) persoonlijk aan [eiseres] overhandigd door [A.].
cc) [A.] heeft een verslag opgemaakt naar aanleiding van voormelde overhandiging. Het verslag vermeldt voorts onder meer, dat [A.] [eiseres] op woensdagmorgen om 7.30 uur zou bellen om te vragen of [eiseres] met [A.] naar Zwammerdam zou gaan of op eigen gelegenheid. Ook vermeldt het verslag dat [eiseres] op woensdagmorgen heeft gezegd dat zij (op advies van haar gemachtigde) niet naar Zwammerdam ging.
dd) Bij faxbrief van 3 maart 2009 heeft de gemachtigde van [eiseres] naar Ipse de Bruggen gereageerd op de brief van Ipse de Bruggen d.d. 2 maart 2009.
ee) Bij brief van 5 maart 2009 reageerde Ipse de Bruggen op de faxbrief van 5 (3?) maart 2009. In de brief is onder meer meegedeeld dat de loonbetaling aan [eiseres] per 4 maart 2009 was gestopt (voor de betreffende 12 uur). Ten aanzien van de gehanteerde opzegtermijn vermeldt de brief dat de (inmiddels ingeschakelde) raadsvrouwe van Ipse de Bruggen het standpunt van de gemachtigde van [eiseres] deelde en dat het verschuldigde loon over de regelmatige opzegtermijn alsnog aan [eiseres] zou worden betaald.