ECLI:NL:RBSGR:2009:BL1011

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
JE RK 09-2986 / 351374
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot terugplaatsing van minderjarigen bij pleegmoeder na incidenten van straffend slaan

In deze zaak heeft de pleegmoeder verzocht om de terugplaatsing van haar bij Bureau Jeugdzorg weggehaalde kinderen. De pleegmoeder had een corrigerende tik gegeven aan een van de minderjarigen, wat leidde tot de afwijzing van haar verzoek. De rechtbank heeft op 1 december 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de pleegmoeder en haar advocaat aanwezig waren. Namens Bureau Jeugdzorg waren verschillende vertegenwoordigers aanwezig, waaronder gezinsvoogden en teamleiders. De rechtbank heeft vastgesteld dat Bureau Jeugdzorg gerechtigd was om de verblijfplaats van de minderjarigen te wijzigen, gezien eerdere incidenten waarbij de pleegmoeder betrokken was. De pleegmoeder heeft betoogd dat de wijziging van de verblijfplaats niet in het belang van de kinderen was, omdat zij goed gehecht waren aan haar en zich goed ontwikkelden. De rechtbank oordeelde echter dat de pleegmoeder niet in staat was om een veilige leefomgeving te bieden, wat leidde tot de beslissing om het verzoek van de pleegmoeder af te wijzen. De rechtbank heeft de beslissingen van Bureau Jeugdzorg om de verblijfplaats van de minderjarigen te wijzigen in stand gelaten, en het verzoek van de pleegmoeder werd afgewezen. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de kinderrechters betrokken waren.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: JE RK 09-2986
Zaaknummer: 351374
Datum beschikking: 1 december 2009
Conflictbehandeling
Beschikking op het op 26 oktober 2009 ingekomen verzoek van:
[verzoekster]
verzoekster,
hierna: de pleegmoeder,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. E. Vels te Leusden.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
Bureau Jeugdzorg [vestiging]
ten aanzien van de minderjarigen [A.] en [B.]
en
Bureau Jeugdzorg [vestiging 2]
hierna: [Jeugdzorg, vestiging 2]
ten aanzien van de minderjarige [C.]
Procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- het faxbericht d.d. 6 november 2009 van de zijde van Bureau Jeugdzorg, [vestiging];
- het verweerschrift;
- de brief d.d. 13 november 2009 met bijlage van de zijde van de pleegmoeder, ter aanvulling op het verzoekschrift;
- de brief d.d. 13 november 2009 van [Jeugdzorg, vestiging 2]
Op 17 november 2009 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de pleegmoeder en haar advocaat. Namens Bureau Jeugdzorg, [vestiging], zijn verschenen dhr. [A.] (gezinsvoogd), mw. [B.] (teamleider) en mw. [C.] (jurist). Namens [Jeugdzorg, vestiging 2] zijn verschenen mw. [D.] (gezinsvoogd) en mw. [E.] (teamleider). Namens Stichting Jeugdformaat Pleegzorg zijn voorts verschenen mw. [F.] (pleegzorgbegeleidster) en mw. [G.] (teamleider).
Feiten
- Met ingang van 21 februari 2006 zijn bij de bij de pleegmoeder geplaatst de minderjarigen:
- [A.], geboren op [datum] 2000 te [plaats], en
- [B.] geboren op [datum] te [plaats].
- Voornoemde minderjarigen zijn bij beschikking van 28 januari 2003 onder toezicht gesteld en bij beschikking van 20 februari 2006 is door deze rechtbank een machtiging verleend om de minderjarigen [A.] en [B.] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen.
- Laatstelijk bij beschikking van 27 januari 2009 is de verlenging van de ondertoezichtstelling en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van voornoemde minderjarigen uitgesproken van 29 januari 2009 tot 28 januari 2010.
- Vanaf 10 juli 2009 is voorts bij de pleegmoeder geplaatst de minderjarige [C.] geboren op [datum] 2002 te [plaats].
- De minderjarige [C.] is bij beschikking van 23 december 2008 onder toezicht gesteld, welke ondertoezichtstelling bij beschikking van 24 september 2009 is verlengd tot 26 september 2010. Voorts is ten aanzien van deze minderjarige bij beschikking van 7 april 2009 van deze rechtbank aan de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden een machtiging verleend om haar dag en nacht uit huis te plaatsen, welke machtiging bij beschikking van 24 september 2009 is verlengd tot 26 september 2010.
- Op 29 september 2009 heeft Bureau Jeugdzorg, [vestiging], de minderjarigen [A.] en [B.] overgeplaatst naar een ander pleeggezin en heeft [Jeugdzorg, vestiging 2] de verblijfplaats van de minderjarige [C.] gewijzigd.
- Op 16 oktober 2009 heeft Bureau Jeugdzorg, [vestiging], een beslissing genomen op het verzoek van de pleegmoeder om de minderjarigen [A.] en [B.] weer bij haar terug te plaatsen.
- Op 10 november 2009 heeft [Jeugdzorg, vestiging 2] een beslissing genomen op het verzoek van de pleegmoeder om de minderjarige [C.] weer bij haar terug te plaatsen.
Verzoek en verweer
Het verzoek strekt ertoe te bepalen:
- dat de beslissing van Bureau Jeugdzorg van 16 oktober 2009 niet in het belang is van de drie in het verzoekschrift genoemde kinderen, en
- dat deze beslissing derhalve niet in stand kan blijven, en
- dat de verblijfplaats van de kinderen zo spoedig mogelijk weer zal worden gewijzigd naar het gezin van de pleegmoeder.
Bureau Jeugdzorg, [vestiging], voert verweer en verzoekt de rechtbank om het verzoek van de pleegmoeder af te wijzen en de beslissing van Bureau Jeugdzorg, [vestiging], van 16 november 2009 (naar de rechtbank begrijpt 16 oktober 2009) in stand te laten.
Beoordeling
Aan de wettelijke formaliteiten is voldaan.
In haar beoordeling zal de rechtbank er in het hierna volgende van uitgaan dat het verzoekschrift van de pleegmoeder zowel tegen de beslissing van Bureau Jeugdzorg, [vestiging], als tegen de beslissing van [Jeugdzorg, vestiging 2] d.d. 10 november 2009 is gericht. Ter terechtzitting is de zaak ten aanzien van alle drie de minderjarigen tegelijkertijd besproken.
Bureau Jeugdzorg, [vestiging], is - samengevat - van mening dat zij gerechtigd is de verblijfplaats van de minderjarigen te wijzigen nu door het incident op 26 september 2009 en een tweetal eerdere incidenten in 2006 en in maart 2009 is gebleken dat de pleegmoeder de aan haar toevertrouwde minderjarigen geen veilige leefomgeving kan bieden. [Jeugdzorg, vestiging 2] sluit zich hierbij aan.
De pleegmoeder heeft - samengevat - gesteld dat de wijziging van de verblijfplaats van de drie minderjarigen en de wijze waarop dit is gebeurd niet in hun belang is, nu alle drie de minderjarigen goed gehecht zijn aan haar en hun ontwikkeling flink vooruit is gegaan vanaf het moment dat de minderjarigen bij de pleegmoeder verblijven. De pleegmoeder is van mening dat het incident op 26 september 2009 door Bureau Jeugdzorg is uitvergroot. Zij heeft erkend dat zij een van de minderjarigen een corrigerende tik heeft gegeven omdat de betreffende minderjarige zich gemeen gedroeg.
De rechtbank is van oordeel dat de door Bureau Jeugdzorg, [vestiging], en de door [Jeugdzorg, vestiging 2] genomen beslissingen om de verblijfplaats van de minderjarigen te wijzigen, in stand kunnen blijven. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Krachtens de door de rechtbank afgegeven machtigingen uithuisplaatsing bepaalt Bureau Jeugdzorg de verblijfplaats van de minderjarigen en is Bureau Jeugdzorg gerechtigd deze verblijfplaats te wijzigen, als het belang van de minderjarigen dit vereist.
Uit de stukken en ter zitting is - zakelijk weergegeven - naar voren gekomen dat er sinds de plaatsing van de minderjarigen bij de pleegmoeder verschillende malen sprake is geweest van incidenten waarbij straffend slaan door de pleegmoeder een rol speelde. De pleegmoeder is daarop aangesproken door Bureau Jeugdzorg en heeft extra ondersteuning en begeleiding van de Stichting Jeugdformaat gekregen om het straffend slaan - waaronder ook moet worden begrepen een corrigerende tik - in de toekomst te voorkomen. Daarover zijn ook afspraken gemaakt met de pleegmoeder. Omdat overigens het verblijf van de minderjarigen bij de pleegmoeder in het belang van de minderjarigen was, is niet eerder besloten om de plaatsing te beëindigen.
Op 26 september 2009 is sprake geweest van een incident. Een buurman van de pleegmoeder heeft bij de politie gemeld dat de pleegmoeder één van haar pleegkinderen sloeg en aan de haren trok. De politie heeft deze melding doorgezonden aan het AMK, waarna Bureau Jeugdzorg, na zich te hebben beraden, heeft besloten de verblijfplaats van de minderjarigen op 29 september 2009 te wijzigen en de samenwerking met de pleegmoeder te beëindigen. Er is voor gekozen de minderjarigen, zonder de pleegmoeder vooraf te informeren, op school op te halen om de overplaatsing zo rustig mogelijk te laten verlopen. Hoewel de rechtbank begrijpt dat één en ander zowel voor de minderjarigen als voor de pleegmoeder ingrijpend is geweest, weegt voor de rechtbank zwaar dat de pleegmoeder, ondanks het feit dat zij uitdrukkelijk was gewaarschuwd en er was afgesproken dat dat niet meer zou gebeuren, een corrigerende tik aan een aan haar zorgen toevertrouwde minderjarige heeft uitgedeeld.
Bureau Jeugdzorg, dat de zorg heeft voor het verantwoord onderbrengen van minderjarigen die uit huis zijn geplaatst, heeft naar het oordeel van de rechtbank kunnen besluiten de plaatsing van de minderjarigen bij de pleegmoeder niet te laten voortduren, nu ondanks begeleiding van en afspraken met de pleegmoeder is gebleken dat de pleegmoeder de afspraken over bestraffend slaan niet is nagekomen.
De rechtbank zal derhalve het verzoek van de pleegmoeder afwijzen zodat de beslissing van 16 oktober 2009 van Bureau Jeugdzorg, [vestiging], en de beslissing van 10 november 2009 van [Jeugdzorg, vestiging 2] in stand blijven.
Beslissing
De rechtbank:
wijst het verzoek van de pleegmoeder af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M. Kramer, M. van Loenhoud en C.L. Strop, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 december 2009.