ECLI:NL:RBSGR:2009:BM6760
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.A. den Hartog
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2004
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 maart 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst/Zuidwest. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak van de inspecteur van 31 januari 2008, waarin het bezwaar van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2004 werd afgewezen. De rechtbank heeft op 24 februari 2009 een zitting gehouden te Middelburg, waar de gemachtigde van de belanghebbende en de vertegenwoordiger van de inspecteur zijn gehoord.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd. De aanslag is verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.520. Tevens is de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 805, en is gelast dat de Staat het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 39 vergoedt.
De rechtbank heeft overwogen dat de belanghebbende in 1992 is gehuwd en samen met zijn echtgenote een vennootschap onder firma heeft opgericht, waarin zij een restaurant exploiteren. De inspecteur had in de aanslagfase gesteld dat de belanghebbende niet langer als ondernemer kon worden beschouwd, omdat de Vof was uitgeschreven uit het handelsregister. De rechtbank oordeelde echter dat de Vof civielrechtelijk nog steeds bestond en dat de belanghebbende aan de vereisten voor het zijn van ondernemer voldeed. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende recht had op de ondernemersfaciliteiten en dat de inspecteur ten onrechte de aanslag had vastgesteld.
De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.