ECLI:NL:RBSGR:2010:BN4685
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en het vervoer van parachutisten per vliegtuig: geen verlaagd tarief
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 augustus 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting [X] en de inspecteur van de Belastingdienst over de toepassing van omzetbelasting. Eiseres, die een vliegtuig exploiteert voor parachutespringen, had over twee tijdvakken omzetbelasting voldaan en stelde dat haar prestaties moesten worden aangemerkt als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening, wat zou leiden tot een verlaagd btw-tarief. De rechtbank oordeelde echter dat de door eiseres geleverde prestatie voornamelijk bestond uit het vervoer van parachutisten naar de afsprongplaats en niet als een sportaccommodatie kon worden gekwalificeerd. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen, aangezien de prestaties van eiseres niet op één lijn konden worden gesteld met andere vormen van sportbeoefening, zoals skydiven in een windtunnel. De beroepen van eiseres werden ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat de door eiseres geleverde diensten niet de kenmerken vertoonden van het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie, zoals bedoeld in de btw-richtlijn. Eiseres leverde geen aanvullende diensten, zoals instructie of begeleiding, en de prestaties waren beperkt tot het vervoer van de parachutisten. De rechtbank verwierp ook het beroep op het neutraliteitsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel, omdat er geen ongelijkheid was in de behandeling van vergelijkbare gevallen. De uitspraak benadrukt het belang van de specifieke aard van de geleverde diensten in relatie tot de btw-regelgeving.
De rechtbank besloot dat de beroepen ongegrond waren en dat er geen proceskostenveroordeling zou plaatsvinden. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep kunnen instellen.