ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ5106
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Terugkeerrichtlijn in het bestuursrechtelijke kader van vrijheidsontneming
In deze uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage, gedateerd 22 maart 2011, wordt de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel van eiser, een Tunesische nationaliteit houder, beoordeeld. Eiser was op 17 september 2010 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister voor Immigratie en Asiel tot voortduring van deze maatregel, waarbij hij om opheffing van de maatregel en schadevergoeding verzocht. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 15 maart 2011, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en de verweerder door een medewerker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
De rechtbank overweegt dat de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn (Tri) voldoende duidelijk is en dat verweerder niet heeft aangetoond dat de toepassing van deze richtlijn op eiser is uitgesloten. De verwijzing van verweerder naar de Mededeling implementatie van de Tri in de Staatscourant leidt niet tot een ander oordeel, omdat niet duidelijk is gemaakt welke nationale wetgeving de richtlijn implementeert. De rechtbank concludeert dat de gronden voor de vrijheidsontneming, zoals 'ongewenst verklaard' en 'veroordeeld ter zake van een misdrijf', niet zonder meer aan de maatregel ten grondslag kunnen worden gelegd.
De rechtbank stelt vast dat verweerder niet heeft onderzocht of met een minder dwingend middel dan bewaring kan worden volstaan. De rechtbank oordeelt dat de voortduring van de maatregel gerechtvaardigd is, omdat eiser zich niet heeft gehouden aan de hem gegeven vertrektermijn. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, rechter, in tegenwoordigheid van M.R. van Kerkwijk, griffier.