ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ5573
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.D.G.J. Dop
- Rechtspraak.nl
Ontslag op andere gronden en impasse in arbeidsrelatie bij het LBIO
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.M. Burger, en de Directeur van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Eiseres was sinds 1 april 2006 werkzaam bij het LBIO als hoofd productie inning, maar kwam in een conflict terecht met haar directeur, L.D. de Bakker, over haar functioneren en integriteit. Op 2 juli 2010 verklaarde de directeur de bezwaren van eiseres ongegrond, waarna zij op 26 juli 2010 beroep instelde. De rechtbank oordeelde dat er een impasse was ontstaan in de arbeidsrelatie, waardoor het ontslag van eiseres gerechtvaardigd was. De rechtbank volgde de redenering van de directeur dat er geen uitzicht meer was op een vruchtbare samenwerking en dat eiseres zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim. De rechtbank concludeerde dat het ontslag op andere gronden, zoals bedoeld in artikel 99 van het ARAR, rechtmatig was. Eiseres had niet erkend dat zij anders had kunnen handelen, wat bijdroeg aan het verlies van vertrouwen van de directeur in haar functioneren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen strijd was met algemene rechtsbeginselen. Eiseres had recht op een uitkering en een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand, maar de rechtbank oordeelde dat deze regeling redelijk was gezien de omstandigheden.