ECLI:NL:RBSGR:2011:BT7466
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.W.P. Letschert
- F.H. Machiels
- B.J. Zippelius
- Rechtspraak.nl
Weigering vergoeding kosten contra-expertise taalanalyse door COA
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 oktober 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) over de vergoeding van kosten voor een contra-expertise taalanalyse. Eiseres had verzocht om vergoeding van € 796,00 voor een taalanalyse uitgevoerd door De Taalstudio. Het COA weigerde deze vergoeding omdat eiseres niet de identiteit van de contra-expert wilde bekendmaken, wat volgens het COA noodzakelijk was om de deskundigheid en onafhankelijkheid van de contra-expert te kunnen beoordelen.
De rechtbank oordeelde dat het COA onvoldoende onderbouwd had waarom de identiteit van de contra-expert vooraf bekend moest zijn. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd gesteld dat er in beginsel geen reden is om te twijfelen aan de deskundigheid van De Taalstudio. De rechtbank vond dat het COA niet had aangetoond dat controle van de deskundigheid voorafgaand aan de contra-expertise noodzakelijk was. De rechtbank vernietigde het besluit van het COA wegens een motiveringsgebrek en oordeelde dat het beroep van eiseres gegrond was.
Daarnaast werd het COA veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 874,00 werden vastgesteld. De rechtbank bepaalde dat het COA een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank benadrukte dat de identiteit van de contra-expert achteraf kan worden gecontroleerd, wat voldoende is om de onafhankelijkheid en deskundigheid te waarborgen. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de beoordeling van aanvragen om vergoeding van kosten in het bestuursrecht, vooral in zaken die betrekking hebben op asielzoekers en hun recht op een eerlijke behandeling.