ECLI:NL:RBSGR:2012:BV1735
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlengingsbesluit van de bewaring van een vreemdeling
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het verlengingsbesluit van de bewaring van eiseres, een vreemdeling van Chinese nationaliteit. Eiseres is op 22 juni 2011 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft eerder beroepen tegen de oplegging en voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel ongegrond verklaard. Eiseres heeft op 16 december 2011 beroep ingesteld tegen het besluit van de minister voor Immigratie en Asiel tot verlenging van de bewaringstermijn. Ze vorderde opheffing van de maatregel en schadevergoeding.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het zicht op uitzetting moet worden getoetst, ook bij de voortzetting van de bewaring na zes maanden. De rechtbank oordeelt dat de stelling van verweerder, dat het zicht op uitzetting niet aan de orde kan komen, niet wordt gevolgd. De rechtbank concludeert dat eiseres niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van haar identiteit en nationaliteit, wat het zicht op uitzetting in stand houdt. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ter onderbouwing van haar oordeel.
De rechtbank oordeelt verder dat er geen grond is voor de verlenging van de bewaring op basis van het wachten op documentatie uit derde landen, aangezien er geen concrete aanwijzingen zijn dat deze documentatie op korte termijn zal arriveren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Schaberg, rechter, en is openbaar uitgesproken op 10 januari 2012. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.