ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5551
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening voor Iraanse asielzoeker die zich heeft bekeerd tot het christendom
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 april 2012 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Iraanse asielzoeker. De verzoeker had op 29 maart 2012 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, waarbij zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was afgewezen. De verzoeker stelde dat hij op 4 februari 2012 een verklaring had gestuurd naar de Iraanse ambassade, waarin hij zijn bekering tot het christendom bevestigde. Dit werd door de voorzieningenrechter aangemerkt als een nieuw feit dat een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit rechtvaardigde.
De voorzieningenrechter constateerde dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 8 maart 2012 prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de bescherming van bekeerde christenen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat de Iraanse autoriteiten op de hoogte waren van zijn bekering, maar dat de nieuwe feiten en omstandigheden aanleiding gaven voor een inhoudelijke beoordeling. De voorzieningenrechter besloot het verzoek tot voorlopige voorziening toe te wijzen, waardoor de verwijdering van de verzoeker uit Nederland werd verboden tot één week na de uitspraak op het beroep.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker een redelijke kans van slagen had in zijn beroep, gezien de nieuwe feiten en de relevante prejudiciële vragen. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 874,00. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces en de bescherming van asielzoekers die zich in kwetsbare posities bevinden.