ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6844
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor persoonsgebonden budget in Zwitserland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 15 augustus 2012 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de afwijzing van een aanvraag voor een persoonsgebonden budget (pgb) door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Verzoekster, die in Zwitserland woont, had op 10 juli 2012 een aanvraag ingediend voor een pgb op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De minister heeft deze aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat hij zich onbevoegd achtte om hierover te beslissen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de primaire beslissing van de minister een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het gaat om een oordeel van een bestuursorgaan over de bevoegdheid tot het nemen van een besluit. De rechter heeft overwogen dat, hoewel verzoekster mogelijk aanspraak zou kunnen maken op een pgb, de bevoegdheid om hierover te beslissen ligt bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ). De voorzieningenrechter heeft de uitleg van verzoekster over de toepasselijkheid van de Europese verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EG) nr. 883/2004 niet gevolgd, en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om aan het standpunt van de minister te twijfelen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het bestreden besluit naar verwachting in stand zal blijven na bezwaar. De rechter heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en de uitspraak is openbaar gedaan. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.