ECLI:NL:RBSGR:2012:BX9993
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming van vreemdeling en schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 8 oktober 2012 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de verweerder, waarbij aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd. De vreemdeling had op 24 september 2012 een beroepschrift ingediend, waarin ook om schadevergoeding werd verzocht. De openbare behandeling vond plaats op 5 oktober 2012, waarbij de vreemdeling werd bijgestaan door zijn gemachtigde en de verweerder door zijn gemachtigde, met een tolk aanwezig voor de Engelse taal.
De rechtbank oordeelde dat de staandehouding van de vreemdeling onrechtmatig was, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verbalisanten handelden op basis van een redelijk vermoeden van illegaal verblijf. De rechtbank benadrukte dat het proces-verbaal onvoldoende inzicht gaf in de omstandigheden die leidden tot de staandehouding. Dit leidde tot de conclusie dat de daaropvolgende inbewaringstelling ook onrechtmatig was.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en beval de opheffing van de maatregel van bewaring. Tevens werd de vreemdeling een schadevergoeding van € 1355,-- toegekend, als compensatie voor de onrechtmatige bewaring van 16 dagen. De proceskosten van de vreemdeling werden vastgesteld op € 874,--, die door de verweerder aan de griffier moesten worden vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.