ECLI:NL:RBSGR:2012:BY7136
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van voeging en afwijzing van tussenkomst in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 november 2012 uitspraak gedaan in een incident tot voeging en tussenkomst. De eiseres in de hoofdzaak, [A] Beheer B.V., had een putoptie uit een optieovereenkomst met Thieme Beheer B.V. ingeroepen en stelde dat hierdoor een koopovereenkomst tot stand was gekomen. De curator van Thieme Beheer, die in faillissement verkeert, was gedaagd in de hoofdzaak. Riva N.V., die zich als derde partij wilde voegen, heeft een incidentele vordering ingediend tot voeging aan de zijde van de curator en tot tussenkomst in de hoofdzaak. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de processuele belangen van de betrokken partijen.
De rechtbank oordeelde dat de processuele positie van Riva beter paste bij voeging dan bij tussenkomst. Dit betekent dat Riva zich aan de zijde van de curator mocht voegen in de hoofdzaak, maar dat de vordering tot tussenkomst werd afgewezen. De rechtbank benadrukte dat bij de beoordeling van een incidentele vordering tot interventie de beoordeling van de rechter van het processuele belang van de derde partij doorslaggevend is. De rechtbank heeft de beslissing over de proceskosten aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de betrokken partijen, vooral voor Riva, die nu de mogelijkheid heeft om haar belangen in de hoofdzaak te behartigen. De rechtbank heeft de hoofdzaak doorverwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling, waarbij de beslissing over de kosten wordt aangehouden tot de einduitspraak.