ECLI:NL:RBSHE:2002:AD9966
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Cruchten
- A. Roosmale Nepveu
- K. Koster-Van der Linden
- Rechtspraak.nl
Schending van geheimhouding door een publieke functionaris
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 maart 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk schenden van geheimhouding. De verdachte, geboren in 1951, was betrokken bij een publieke functie en had opzettelijk vertrouwelijke documenten openbaar gemaakt, ondanks dat er geheimhouding was opgelegd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie was ontvankelijk in zijn vordering, ondanks verweer van de raadsman van de verdachte over de tijdigheid van de aangifte. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging verworpen en geoordeeld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, die niet tenuitvoergelegd zal worden, mits de verdachte zich gedurende een proeftijd van twee jaar aan bepaalde voorwaarden houdt. De rechtbank heeft benadrukt dat de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak om de verdachte te beïnvloeden in zijn gedrag, leidend waren in de beslissing. De rechtbank heeft geen geldboete opgelegd, omdat zij de verdachte wilde laten inzien dat hij onjuist had gehandeld. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 57 en 272 van het Wetboek van Strafrecht.