verkort vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/833070-07 en 01/ 885059-06 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 22 november 2007
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
wonende te [adres],
thans gedetineerd te: RIJ Den Hey-Acker locatie Vught.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 september 2007 en van 8 november 2007.
Op de zitting van 26 september 2007 heeft de rechtbank de tegen verdachte onder de hiervoor genoemde parketnummers aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 3 september 2007 en 29 augustus 2007.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
parketnummer 01/833070-07
1.
hij op of omstreeks 07 mei 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen sieraden en/of (een) mp3-speler(s) en/of een mobiele telefoon en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij -verdachte- en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met tierips heeft/hebben vastgebonden en/of een prop (met vloeistof) in de mond(-en) van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft/hebben gestopt en/of een of meer mes(sen) tegen de keel van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft/hebben gehouden;(Artikel 312 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 04 mei 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan (adres)) heeft weggenomen een hoeveelheid geld en/of een filmcamera en/of een telefoon en/of een hoeveelheid sieraden en/of een I-pod en/of een bankpas en/of MP4 en/o fotocamera, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een aan [slachtoffer 7] toebehorende, in elk geval een niet rechtmatig aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) toebehorende, huissleutel;(artikel 311/310 Wetboek van Strafrecht);
hij op of omstreeks 14 februari 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning (gelegen aan [adres]) heeft weggenomen twee, althans een, fiets(en) en/of een laptop en/of een computertas en/of een regenpak en/of een USB-stick en/of een LCD-televisie en/of een videocamera en/of twee, althans een, paspoort(en) en/of een of meer sleutel(s) en/of een hoeveelheid geld en/of een kluis en/of drie, althans een of meer, bankpas(sen) en/of een hoeveelheid sieraden en/of een hoeveelheid etenswaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van inklimming en/of braak/verbreking, te weten het forceren van een uitzetraam van die woning;[artikel 311 onder 4/5 Wetboek van Strafrecht];
hij in of omstreeks de periode van 01 april 2007 tot en met 02 april 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een sportcomplex (gelegen aan de Heeklaan) heeft weggenomen zestig, althans een of meer, voetbal(len) en/of dertig, althans een of meer, (trainings)vest(en) en/of een hoeveelheid gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en / of verbreking, te weten het vernielen van drie, althans een of meer, deur(en) van voornoemd sportcomplex;[artikel 311 onder 4/5 jo 47 Wetboek van Strafrecht];
hij op of omstreeks 02 april 2007 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sportcomplex (gelegen aan de Heeklaan) weg te nemen een of meer goed(eren) van zijn, verdachtes, en/of zijn mededader(s) gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemd sportcomplex te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, met voormeld oogmerk een deur van voornoemd sportcomplex heeft geforceerd en/of (vervolgens) voornoemd sportcomplex heeft/hebben doorzocht en/of (vervolgens) een hoeveelheid gereedschap heeft/hebben klaargelegd, althans doende was/waren klaar te leggen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;[artikel 311 onder 4/5 jo 47 jo 45 Wetboek van Strafrecht];
parketnummer 01/885059-06
hij op of omstreeks 20 mei 2006 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres]) heeft weggenomen een gsm met oplader en/of een of meerdere (bank)pas(sen) en/of een tv en/of een of meer fotocamera('s) en/of zeven dvd's en/of autosleutels van een Volkswagen Golf Cabrio en/of autosleutels van een BMW 525D Touring en/of een portemonnee met inhoud en/of een portefeuille met inhoud en/of een polstasje met rijbewijs en paspoort en/of sleutels van de woning en/of van een bedrijfspand en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of (vervolgens) bij die woning heeft weggenomen een personenauto (BMW 525D Touring) met inhoud (aktetas en/of een golftrolley en/of een of meer doosjes sigaren en/of een zonnebril en/of een stropdas), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Leaseplan Nederland en/of [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats(en) des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en / of verbreking, te weten door het verbreken van een of meer slot(en) van een of meer deur(en) van die woning en/of door middel van een valse sleutel (te weten de in de woning weggenomen autosleutel van de BMW 525D Touring);(zaaknummer 22BRZ36-24)(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 06 juli 2006 te Well, gemeente Bergen, in elk geval in Nederland, een gsm (merk Nokia) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die gsm wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 cq. 417bis Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 22 mei 2006 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres]) heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Siemens) en/of een videocamera en/of een fotocamera en/of een of meerdere jassen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door het forceren van een raam van die woning en/of inklimming;(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 22 mei 2006 tot en met 5 september 2006 te Helmond, in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon (merk Siemens) en/of een videocamera en/of een fotocamera en/of een of meerdere jassen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die telefoon en/of die andere goederen wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;(artikel 416 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 19 juni 2006 te Helmond aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van [verbalisant], adspirant van regiopolitie Brabant Zuid-Oost opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van een diefstal met geweld/beroving van een Ipod, gepleegd door vier mannen, op de (adres) te Helmond op 18 juni 2006;(artikel 188 Wetboek van Strafrecht)
Parketnummer : 01-833049-07
hij op of omstreeks 15 mei 2007 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning -gelegen aan [adres]- weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een raam van voornoemde woning heeft geforceerd en/of stukgemaakt en vervolgens die woning is binnengegaan en/of (in die woning) een kluis heeft geforceerd en/of stukgemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;(artikel 311/310 juncto 45 Wetboek van Strafrecht)
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen, dat:
parketnummer 01/833070-07
hij op 07 mei 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen sieraden, een mp3-speler, een mobiele telefoon en geld, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededaders die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hebben vastgebonden met tie-rips en een prop (met vloeistof) in zijn/haar mond hebben gestopt en een mes tegen zijn/haar keel hebben gehouden;
hij op 04 mei 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de (adres)) heeft weggenomen een hoeveelheid geld, een filmcamera, een telefoon, een hoeveelheid sieraden, een I-pod, een bankpas , MP4 en fotocamera, toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van een valse sleutel, te weten een aan [slachtoffer 7] toebehorende huissleutel;
hij op 14 februari 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan [adres]) heeft weggenomen twee fietsen, een laptop, een computertas, een regenpak, een USB-stick, een LCD-televisie, een videocamera, twee paspoorten, sleutels, een hoeveelheid geld, een kluis, drie bankpassen, een hoeveelheid sieraden en een hoeveelheid etenswaren, toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel braak, te weten het forceren van een uitzetraam van die woning;
hij in de periode van 01 april 2007 tot en met 02 april 2007 te Helmond tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een sportcomplex (gelegen aan de Heeklaan) heeft weggenomen voetballen, toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak, te weten het vernielen van deuren van voornoemd sportcomplex;
hij op 02 april 2007 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een sportcomplex (gelegen aan de Heeklaan) weg te nemen goederen van zijn, verdachtes en zijn mededaders gading, toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders en daarbij die/dat weg te nemen goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 01/885059-06
hij op 20 mei 2006 te Helmond met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning, [adres], heeft weggenomen een gsm met oplader en bankpassen en een tv en fotocamera's en zeven dvd's en autosleutels van een Volkswagen Golf Cabrio en autosleutels van een BMW 525D Touring en een portemonnee met inhoud en een portefeuille met inhoud en een polstasje met rijbewijs en paspoort en sleutels van de woning en van een bedrijfspand en een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer 12];
hij op 22 mei 2006 te Helmond, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning, [adres], heeft weggenomen een mobiele telefoon, merk Siemens en een videocamera en een fotocamera en jassen, toebehorende aan [slachtoffer 13],
hij op 19 juni 2006 te Helmond aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van [verbalisant], adspirant van regiopolitie Brabant Zuid-Oost opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van een diefstal met geweld van een Ipod, gepleegd door vier mannen, op de (adres) te Helmond op 18 juni 2006;
parketnummer 01-833049-07
hij op 15 mei 2007 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning -gelegen aan de [adres]- weg te nemen geld en/of goederen van hun gading, toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, met voormeld oogmerk met zijn mededader, een raam van voornoemde woning heeft geforceerd en vervolgens die woning is binnengegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 27, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 60a, 77a, 77g, 77h, 77i, 77l, 77s, 77v, 77gg, 188, 310, 311 en 312.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Jeugddetentie gelijk aan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. En daarnaast plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van twee
jaar.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie gevorderd dat de vorderingen van [slachtoffer 4] en van [slachtoffer 3] geheel zullen worden toegewezen, dat de vordering van [slachtoffer 7] tot een bedrag van € 10.936,46 zal worden toegewezen en voor het overige niet ontvankelijk zal worden verklaard en dat de vordering van Voetbalvereniging HVV Helmond tot een bedrag van € 927,50 zal worden toegewezen en voor het overige niet ontvankelijk zal worden verklaard.
Voor de toewijsbare delen van de vorderingen heeft de officier van justitie verzocht dat deze hoofdelijk zullen worden toegewezen. Daarnaast verzoekt zij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Met betrekking tot de in beslag genomen en nog niet teruggegeven goederen heeft de officier van justitie ten aanzien van de voorwerpen genoemd onder nummers 4, 5, 6 en 7 op de aan dit vonnis gehechte lijst gevorderd dat deze worden verbeurdverklaard, dat de voorwerpen genoemd onder nummers 3 en 15 op de aan dit vonnis gehechte lijst zullen worden onttrokken aan het verkeer en dat de voorwerpen genoemd onder nummers 1, 2, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 op de aan dit vonnis gehechte lijst zullen worden teruggegeven aan de rechthebbende.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank overweegt het volgende.
Verdachte heeft zich samen met anderen, in wisselende samenstellingen, meerdere keren schuldig gemaakt aan woninginbraken, waaronder een roofoverval. De ene keer hebben zij om de betreffende woning binnen te komen een raam of een deur geforceerd en de andere keer hebben zij gebruik gemaakt van een valse sleutel. Hierbij zijn verdachte en zijn medeverdachte(n) zeer berekenend te werk gegaan. Wanneer zij een tip kregen dat in een bepaalde woning waardevolle goederen aanwezig waren hebben zij via vrienden en kennissen geregeld dat zij een sleutel van deze woning in hun bezit kregen, zodat zij de woning zonder braak konden betreden Verdachte en zijn mededaders begaven zich vervolgens naar de woning met medeneming van professioneel inbrekerstuig en bivakmutsen. Verdachte en zijn mededaders hebben bij de woninginbraken louter gehandeld uit winstbejag en zich niets aangetrokken van de slachtoffers. De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededaders ook aan dat zij met hun werkwijze meerdere jeugdige personen bij hun criminele activiteiten hebben betrokken.
Op 7 mei 2007 zijn verdachte en twee mededaders een huis binnengegaan aan de (adres) in Helmond. Een van de medeverdachten had een huissleutel verkregen. Zij hadden op dat moment bivakmutsen op. De verdachte had een tas met onder meer tie-rips bij zich. Bij binnenkomst hoorden ze muziek. Omdat verdachte en zijn mededaders vermoedden dat er mensen in huis waren hebben twee daders messen uit de keuken gepakt en zijn naar boven gegaan. Een dader had al een (eigen) mes bij zich. Dit terwijl zij op dat moment gemakkelijk weg konden gaan. Zij hebben daar een jongen van zestien in zijn slaap overvallen en messen op zijn keel gezet. Vervolgens is de jongen met de tie-rips vastgebonden en een sok in zijn mond gestopt. De jongen is door een van de verdachten in het gezicht geslagen. Enige tijd later hebben ze het zusje van de jongen die toen twaalf jaren oud was en uit de badkamer kwam, eveneens vastgebonden met de tie-rips en op bed gelegd. De verdachte en zijn mededaders zijn vervolgens anderhalf uur in de woning gebleven, op zoek naar geld en een kluis. Zij hebben de slachtoffers vastgebonden achtergelaten.
Voor de jeugdige slachtoffers is dit een zeer traumatische ervaring geweest. Uit hun verklaringen ter terechtzitting blijkt dat zij van de overval nog dagelijks last ondervinden. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij zich geen enkele rekenschap heeft gegeven van de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Hij heeft er op verschillende momenten voor kunnen kiezen om de woning te verlaten, maar heeft dit niet gedaan. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij zelf ook was geschrokken van de overval. De rechtbank merkt hierover op dat dit niet blijkt uit het handelen van verdachte na de roofoverval. Na 7 mei 2007 heeft verdachte nog gepoogd in een andere woning in te breken en daarmee het risico genomen dat hij wederom zou worden geconfronteerd met de bewoners.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank voorts in het bijzonder nog rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden:
- omtrent de geestvermogens van verdachte is een rapport uitgebracht door drs. J.H.A.M. Kobussen, klinisch psycholoog-psychotherapeut van 26 oktober 2007. Hieruit blijkt dat de door verdachte gepleegde strafbare feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
“Onderzochte is lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. Er is sprake van een ernstige gedragsstoornis die is begonnen in de adolescentie. Tevens is er sprake van ouder-kind relatieprobleem. Daarnaast is er sprake van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling die neigt naar een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. (…) De gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en de gezinsproblemen beïnvloedden de gedragskeuzes en gedragingen van onderzochte dusdanig dat alle ten laste gelegde feiten mede daaruit verklaard kunnen worden. (…) Op basis van bovenstaande adviseert ondergetekende om betrokkene, indien de ten laste gelegde feiten bewezen geacht worden, enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten voor de delicten.”
In bovengenoemd rapport heeft drs. J.H.A.M. Kobussen ten aanzien van het juridisch kader waarbinnen begeleiding van verdachte zou kunnen plaatsvinden, onder meer het volgende overwogen:
“Ondergetekende is van mening dat behandeling en begeleiding noodzakelijk zijn. De behandeling van betrokkene dient gericht te zijn op zijn gedragsstoornis en op stimulering van zijn sociale ontwikkeling en gewetensontwikkeling. Aandachtspunten in de behandeling zouden zijn gebrekkige empathische vermogens en zijn koelbloedige en berekenende houding kunnen zijn. Gezien de ernst van de delicten, het feit dat betrokkene ondanks intensieve begeleiding recidiveert, de ernstige persoonlijkheidsproblematiek en de verstoorde gezinssituatie, is ondergetekende van mening dat ambulante hulpverlening onvoldoende is om betrokkene te behandelen voor zijn gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Bovendien heeft onderzochte meer structuur, begrenzing en toezicht nodig dan zijn ouders hem kunnen bieden. Daarom wordt, indien het ten laste gelegde bewezen wordt verklaard, een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen geadviseerd. (…) Om diverse redenen wordt een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen in het belang geacht van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene. Aan een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen wordt gedacht vanwege het hoge recidiverisico, de persoonlijkheidsproblematiek en het feit dat het plegen van de delicten in samenhang met deze problematiek gezien dient te worden. Tevens wordt aan een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen gedacht vanwege de ernst van voornamelijk de gepleegde overval en het feit dat betrokkene ondanks intensieve begeleiding toch is gerecidiveerd. (…) Behandeling in een gesloten setting is geïndiceerd. In de inrichting voor jeugdigen kan betrokkene behandeld worden voor zijn gedragsstoornis wat zijn ontwikkeling ten goede komt. Bovendien wordt de kans op recidive zeer ingeperkt door een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. Geadviseerd wordt dat betrokkene zal worden geplaatst in een instelling als de Glen Mills School.”
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van het rapport opgemaakt door S.S.J. Driessen van Bureau Jeugdzorg Eindhoven d.d. 22 oktober 2007. Hij confirmeert zich aan het advies van de drs. J.H.A.M. Kobussen en overweegt hiertoe onder meer het volgende:
“[voornaam verdachte]'s delicten worden steeds ernstiger en steeds meer meedogenloos. Hij lijkt bewust te streven naar een hoge positie in het criminele circuit. (…) Na overleg met de rapporterend psycholoog is de JR van mening dat een PIJ maatregel nodig is om afdoende rendement te halen uit een hopelijk aanstaande broodnodige behandeling.”
Ook de Raad voor de Kinderbescherming onderschrijft in een brief d.d. 7 november 2007, het advies van drs. J.H.A.M. Kobussen.
Verdachte heeft geweigerd medewerking te verlenen aan een psychiatrisch onderzoek. Door drs. G.C.G.M. Broekman, kinder- en jeugdpsychiater is over de reden van weigering op 10 september 2007 een rapport uitgebracht.
De rechtbank neemt voornoemde conclusies en adviezen en de gronden waarop deze berusten over en maakt deze tot de hare.
Zij zal hiermee bij het opleggen van de straf rekening houden.
De rechtbank zal verdachte jeugddetentie opleggen, waarvan de duur gelijk zal zijn aan de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Daarnaast zal de rechtbank opleggen de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. De rechtbank overweegt hiertoe dat de hierna te kwalificeren feiten, misdrijven betreffen waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen eist. Daarnaast acht de rechtbank deze maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte. Gelet op het advies van de deskundigen zal de rechtbank, overeenkomstig artikel 77v van het Wetboek van Strafrecht, hierbij adviseren dat betrokken ter uitvoering van de maatregel zal worden geplaatst in de instelling Glen Mills School.
Verdachte heeft geweigerd heeft mee te werken aan psychiatrische rapportage. De psychiater heeft van deze weigering een rapport opgemaakt. Uit de rapportage van de psycholoog komt naar voren dat een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen aangewezen is, hetgeen wordt ondersteund door de heer Driessen van het Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank is van oordeel dat het ontbreken van een rapportage door een tweede deskundige gelet op art. 77s lid 4 Sr niet in de weg staat aan het oplegen van de maatregel. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht. De rechtbank weegt bij de beslissing tot het opleggen van de maatregel met name mee dat alle deskundigen van oordeel zijn dat de oplegging van de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4].
De rechtbank acht deze vordering in haar geheel toewijsbaar.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3].
De rechtbank acht ook deze vordering in haar geheel toewijsbaar.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, een geldbedrag van € 3.000,00, te weten door verdachte en zijn mededaders ontvreemd geld.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De vordering van de benadeelde partij Voetbalvereniging HVV Helmond.
De rechtbank acht, een bedrag van € 500,00 (eigen risico), toewijsbaar.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de overige onderdelen van haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard zijn dat deze zich lenen voor behandeling in het strafgeding.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal voor de toegewezen bedragen tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aldus aan verdachte meerdere verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil terzake van kosten rechtsbijstand overeenkomstig het liquidatietarief kantonzaken.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte de strafbare feiten waarop de vorderingen betrekking hebben steeds samen met een ander of anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De burgerlijke rechter.
Voor zover de benadeelde partijen niet ontvankelijk zullen worden verklaard in hun vordering, bepaalt de rechtbank dat de benadeelde partij deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Het beslag.
Ten aanzien van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven goederen zal de rechtbank het volgende bepalen:
* verbeurdverklaring van de voorwerpen genoemd onder nummers 4, 5, 6 en 7 op de aan dit vonnis gehechte lijst;
* onttrekking aan het verkeer van de voorwerpen genoemd onder nummers 3 en 15 op de aan dit vonnis gehechte lijst; en
* teruggave aan de rechthebbende van de voorwerpen genoemd onder nummers 1, 2, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 op de aan dit vonnis gehechte lijst.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
ten aanzien van parketnummer 01/833070-07
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen
personen gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken, terwijl het misdrijf wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen.
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse
sleutels.
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Poging tot diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
ten aanzien van parketnummer 01/885059-06
Aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet
gepleegd is.
ten aanzien van parketnummer 01/833049-07:
Poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
Ten aanzien van parketnummer 01/833070-07 feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, parketnummer 01/885059-06 feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en parketnummer 01/833049-07:
Jeugddetentie voor de duur van 239 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van 2 jaar.
Adviseert dat deze maatregel ten uitvoer zal worden gelegd in de Glen Mills
School.
Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen, te weten de voorwerpen
genoemd onder de nrs. 4, 5, 6 en 7 op de aan dit vonnis gehechte lijst van de
inbeslaggenomen voorwerpen.
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten de
voorwerpen genoemd onder de nrs. 3 en 15 op de aan dit vonnis gehechte lijst
van inbeslaggenomen voorwerpen.
Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten de voorwerpen genoemd onder de
nrs. 1, 2, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 op de aan dit vonnis gehechte lijst van
inbeslaggenomen voorwerpen.
ten aanzien van parketnummer 01/833070-07
feit 1:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]:
Maatregel van schadevergoeding van € 1.432,00 subsidiair 7 dagen jeugddetentie. Legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het [s[slachtoffer 4], van een bedrag van € 1.432,00 (zegge: eenduizend vierhonderd tweeëndertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 22 november 2007. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald. De toepassing van deze vervangende jeugddetentie heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 1.432,00 (zegge: eenduizend vierhonderd tweeëndertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2007.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
feit 1:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]:
Maatregel van schadevergoeding van € 1432,00 subsidiair 7 dagen jeugddetentie. Legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], van een bedrag van € 1.432,00 (zegge: eenduizend vierhonderd tweeëndertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 22 november 2007. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald. De toepassing van deze vervangende jeugddetentie heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van een bedrag van € 1.432,00 (zegge: eenduizend vierhonderd tweeëndertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2007.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
feit 2:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7]:
Maatregel van schadevergoeding van € 3.000,00 subsidiair 7 dagen jeugddetentie. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 7] van een bedrag van € 3.000,00 (zegge: drieduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2007. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald. De toepassing van deze vervangende jeugddetentie heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] van een bedrag van € 3.000,00 (zegge: drieduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2007.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij of (een van)zijn mededader(s)/medeplichtige(n) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij :
ten aanzien van feit 4:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Voetbalvereniging HVV Helmond:
Maatregel van schadevergoeding van € 500,00 subsidiair 7 dagen jeugddetentie. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Voetbalvereniging HVV Helmond van een bedrag van € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2007. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald. De toepassing van deze vervangende jeugddetentie heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Voetbalvereniging HVV Helmond van een bedrag van
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2007.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij of (een van)zijn mededader(s)/medeplichtige(n) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter, tevens kinderrechter-plv.,
mr. S. van Lokven en mr. E.H. Schulten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Bijl, griffier,
en is uitgesproken op 22 november 2007.
mr. E.H. Schulten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.