ECLI:NL:RBSHE:2008:BD0619
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een hooggeplaatste medewerker met bijzondere aandacht voor de kantonrechtersformule en verwijtbaarheid
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 18 februari 2008 uitspraak gedaan over het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een besloten vennootschap en een hooggeplaatste medewerker, aangeduid als [verweerder]. De verzoekster, een bedrijf, stelde dat er sprake was van een verandering van omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. De verzoekster voerde aan dat het functioneren van [verweerder] in het voorjaar van 2006 als onvoldoende werd ervaren, wat leidde tot gesprekken over zijn functioneren en een tijdelijke functie. Ondanks deze gesprekken en een aangeboden outplacementprogramma, kon [verweerder] geen nieuwe functie binnen het bedrijf vinden. De verzoekster diende uiteindelijk een verzoekschrift in tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
[verweerder] daarentegen betwistte de claims van de verzoekster en stelde dat zijn functioneren nooit ter discussie had gestaan. Hij voerde aan dat de verzoekster onterecht suggereerde dat zijn functioneren onvoldoende was en dat er geen gewichtige redenen waren voor ontbinding. De kantonrechter oordeelde dat de verzoekster niet voldoende had onderbouwd dat er sprake was van onvoldoende functioneren en dat de communicatie over de situatie niet adequaat was geweest. De kantonrechter concludeerde dat er gewichtige redenen waren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar dat de verzoekster ook verwijtbaar was in de ontstane situatie.
De kantonrechter besloot het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te willigen, met ingang van 1 maart 2008, en kende aan [verweerder] een vergoeding toe van € 550.000,- bruto. De kantonrechter benadrukte dat de kantonrechtersformule niet als dwingende hoofdregel moest worden toegepast, maar als leidraad, gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie en documentatie in arbeidsrelaties, vooral bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten.