ECLI:NL:RBSHE:2009:BK2097
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst na opzegging door werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 30 oktober 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De werknemer, die sinds 1 januari 1999 in dienst was bij Salto Re-Integratie B.V., had op 22 september 2009 verzocht om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, nadat de werkgever de arbeidsovereenkomst had opgezegd met ingang van 1 november 2009. De werknemer stelde dat er gewichtige redenen waren voor ontbinding, onder andere vanwege gewijzigde omstandigheden die de beëindiging van de arbeidsovereenkomst billijk maakten. Hij vroeg een ontslagvergoeding van € 109.030,00 bruto, omdat hij meende dat de werkgever onvoldoende had gedaan om de gevolgen van het ontslag op te vangen.
De werkgever, Salto, voerde verweer en stelde dat het verzoek moest worden afgewezen, omdat de werknemer enkel een vergoeding wilde en er geen gewijzigde omstandigheden waren die ontbinding rechtvaardigden. Salto voerde ook het habe-nichtsverweer aan, stellende dat toekenning van een vergoeding zou leiden tot faillissement en het verlies van arbeidsplaatsen. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 oktober 2009, waarbij beide partijen hun standpunten door hun gemachtigden hebben laten bepleiten.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer vrij was om dezelfde omstandigheden aan zijn verzoek tot ontbinding ten grondslag te leggen als die welke aan de ontslagvergunning ten grondslag lagen. Echter, de kantonrechter concludeerde dat de tijdsdruk, veroorzaakt door de werknemer zelf, het moeilijk maakte om een zorgvuldige beslissing te nemen. Hierdoor was er onvoldoende zicht op de financiële situatie van Salto en de mogelijkheid tot het toekennen van een ontslagvergoeding. De kantonrechter wees het verzoek tot ontbinding af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.