ECLI:NL:RBUTR:2007:BB7000
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- W.B. Lakeman
- mr. S. Wijna
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake handhaving APV Houten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 2 november 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, verblijvende te Houten, had een verzoek ingediend tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, dat hem had gelast om zijn caravan van het terrein aan de Bovencamp te verwijderen. Dit besluit was genomen onder aanzegging van bestuursdwang, omdat verzoeker in strijd met de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn caravan had geparkeerd en deze als slaapplaats gebruikte.
De voorzieningenrechter overwoog dat verzoeker ten tijde van de aanschrijving zijn caravan op de weg had geparkeerd bij een woonwagenkamp en dat hij daar al ongeveer twee weken verbleef met zijn gezin. De rechter concludeerde dat verzoeker in strijd handelde met artikel 2.1.7 van de APV, dat het gebruik van de weg als slaapplaats verbiedt, en artikel 5.1.5 van de APV, dat het parkeren van een caravan voor recreatieve doeleinden op de weg verbiedt. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college bevoegd was tot handhavend optreden en dat er geen zicht was op legalisering van de situatie.
De rechter verwierp de stelling van verzoeker dat de termijn voor het verwijderen van de caravan onredelijk kort was, en stelde vast dat verzoeker op de hoogte was van de illegale situatie. De voorzieningenrechter besloot het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen, en sommeerde verzoeker om de caravan uiterlijk op 2 november 2007 om 18.00 uur van het terrein te verwijderen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in de bodemprocedure.