ECLI:NL:RBUTR:2008:BC3335
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- mr. drs. H. Maaijen
- mr. S. Wijna
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom en de reikwijdte van vrijstelling in bestuursrechtelijke context
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 22 januari 2008, gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een last onder dwangsom die is opgelegd aan verzoeker 1, [verzoeker 1], en [belanghebbende] door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De last houdt in dat verzoeker 1 het illegale gebruik van een pand aan de percelen [adres] voor concerten en grootschalige feesten moet staken, met een dwangsom van € 25.000,- per overtreding, tot een maximum van € 100.000,-. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 18 januari 2008, waarbij verzoekers werden bijgestaan door hun advocaten, en verweerder werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente Utrecht.
De voorzieningenrechter overweegt dat de last onder dwangsom onvoldoende concreet is geformuleerd, waardoor verzoeker 1 niet duidelijk kan zijn wat er precies van hem wordt verwacht om verdere dwangsommen te voorkomen. De rechter verwijst naar de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de noodzaak voor bestuursorganen om duidelijkheid te verschaffen in hun besluiten. De voorzieningenrechter concludeert dat de criteria die in de last zijn opgenomen, onvoldoende helder zijn, vooral met betrekking tot wat wordt verstaan onder het 'cultureel programma' van de gemeente Utrecht. Dit leidt tot de conclusie dat de last niet in stand kan blijven.
De voorzieningenrechter schorst het besluit van 14 november 2007 en bepaalt dat de gemeente Utrecht het griffierecht van € 285,- aan verzoekers moet vergoeden, evenals de proceskosten van € 644,-. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de noodzaak voor bestuursorganen om duidelijke en concrete lasten op te leggen, zodat betrokkenen weten wat er van hen wordt verwacht.