ECLI:NL:RBUTR:2008:BD8237
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A.J. Overdijk
- R.P. den Otter
- J. Struiksma
- Rechtspraak.nl
Kapvergunningen voor bouwplan en de beoordeling van de Bomenverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 juli 2008 uitspraak gedaan over de kapvergunningen die zijn verleend voor het kappen van bomen ten behoeve van een bouwplan. Eiseres, de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, heeft beroep ingesteld tegen de besluiten van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, waarbij vergunningen zijn verleend voor het kappen van verschillende bomen op het perceel Drieklinken te Driebergen-Rijsenburg. De rechtbank heeft de beroepen van eiseres ontvankelijk verklaard, ondanks het feit dat er enige procedurele tekortkomingen waren in de indiening van stukken door eiseres.
De rechtbank heeft vervolgens de inhoudelijke bezwaren van eiseres tegen de verleende kapvergunningen beoordeeld. Eiseres stelde dat de kap van de bomen illegaal was, omdat de vergunningen onder de standaardvoorwaarde van niet-gebruik waren verleend. De rechtbank oordeelde echter dat deze voorwaarde niet van invloed was op de vraag of de vergunningen konden worden verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghoudster de aanvragen om kapvergunningen had ingediend in het kader van een bouwplan en dat de bomen daadwerkelijk zijn gekapt.
De rechtbank heeft ook de rapportage van Bureau H.J.V. van den Bijtel in overweging genomen, waarin werd geconcludeerd dat de gekapte bomen geen bijzondere waarden vertegenwoordigden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college van verweerder in redelijkheid tot de verlening van de kapvergunningen heeft kunnen komen, waarbij het belang van het bouwplan zwaarder woog dan het belang van het behoud van de bomen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen van eiseres ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.