ECLI:NL:RBUTR:2009:BI4724
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling door de William Schrikker Jeugdbescherming
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 12 mei 2009, betreft het een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling dat is ingediend door de William Schrikker Jeugdbescherming. Het verzoek is ingediend op 6 mei 2009, slechts één week voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de lopende ondertoezichtstelling, die op 13 mei 2008 was uitgesproken voor een periode van een jaar. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de beginselen van de goede procesorde vereisen dat verzoeken tijdig worden ingediend, zodat de rechtbank in staat is om deze verzoeken zorgvuldig te behandelen. Volgens artikel 2.4.5 van het Procesreglement Civiel Jeugdrecht dient een verlengingsverzoek uiterlijk acht weken voor het einde van de geldigheidsduur van de ondertoezichtstelling te worden ingediend. Aangezien het verzoek te laat is ingediend, kon de kinderrechter niet voldoen aan de zorgvuldigheidseisen die aan de behandeling van dergelijke verzoeken worden gesteld.
De kinderrechter heeft daarom besloten dat de William Schrikker Jeugdbescherming niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Deze beslissing is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 12 mei 2009, waarbij mr. H.J.H. van Meegen als kinderrechter optrad en S.M. Domburg als griffier aanwezig was. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van verzoeken in het kader van jeugdbescherming en de noodzaak voor de rechtbank om in staat te zijn om alle belangen van betrokken partijen zorgvuldig te wegen.