ECLI:NL:RBUTR:2010:BO5048

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
23 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-110137-00
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een schizoaffectieve stoornis

In de zaak met parketnummer 16/110137-00 heeft de Rechtbank Utrecht op 23 september 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1949 en thans verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Woenselse Poort te Eindhoven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ziekelijke stoornis van de geestvermogens, die eerder leidde tot de oplegging van de terbeschikkingstelling, nog steeds aanwezig is. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, wat door de terbeschikkinggestelde en haar raadsvrouw werd ondersteund, hoewel de raadsvrouw een kortere verlenging van één jaar prefereerde. De rechtbank heeft de argumenten van de officier van justitie en de terbeschikkinggestelde in overweging genomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen.

De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de diagnose van de terbeschikkinggestelde, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis. De psychische conditie van de terbeschikkinggestelde is in de afgelopen jaren wisselend geweest, met een verslechtering sinds de zomer van 2009. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het feit dat de terbeschikkinggestelde geen medicatie wil gebruiken en dat dit haar behandeling bemoeilijkt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde weinig ziekte-inzicht heeft en dat intensieve begeleiding noodzakelijk is om het recidiverisico te beheersen.

Op basis van de bevindingen en het advies van de psychiater heeft de rechtbank besloten om de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar te verlengen, met verpleging van overheidswege. Deze beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en de terbeschikkinggestelde zelf.

Uitspraak

BESLISSING
RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/110137-00
Datum uitspraak: 23 september 2010
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [1949]
thans verblijvende te Forensisch Psychiatrisch Centrum De Woenselse Poort te Eindhoven
raadsvrouw mr. M.G.J. Post, advocaat te Utrecht
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 21 juni 2000 waarbij [betrokkene] ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dit naar het oordeel van de rechtbank eist.
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 6 september 2000 en dat [betrokkene] op 7 februari 2002 is opgenomen in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), De Woenselse Poort te Eindhoven.
- de beslissing van deze rechtbank, d.d. 12 september 2008, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van twee jaren.
- de vordering van de officier van justitie d.d. 3 augustus 2010, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met 2 jaar;
-het rapport van R.J. van Montfoort, psychiater/directeur behandelzaken van de inrichting van Forensisch Psychiatrisch Centrum De Woenselse Poort d.d. 24 juni 2010, waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld;
-de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene], over de periode juni 2008 tot en met mei 2010;
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door haar raadsvrouw.
Voorts is de getuige-deskundige mevrouw J.E. Vons, klinisch psycholoog/psychotherapeut en programmacoördinator PPTgS van Forensisch Psychiatrisch Centrum De Woenselse Poort, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De getuige-deskundige mevrouw J.E. Vons heeft het rapport en het advies, strekkende tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar ter terechtzitting toegelicht.
Het standpunt is, zakelijk weergegeven, als volgt.
[betrokkene] heeft een schizoaffectieve stoornis. Psychotische problemen lopen als een rode draad door de ziektegeschiedenis heen. [betrokkene] heeft last van megalomane en religieuze wanen, hallucinaties en pathologische stemmingswisselingen. Daarnaast is er sprake van formele denkstoornissen en motorische onrust.
De psychische conditie van [betrokkene] is in de afgelopen twee jaren wisselend en sinds de zomer van 2009 is deze verslechterd. Ze blijft last houden van wisselende stemmingen en psychotische belevingen. Daarnaast hebben cannabis- en alcoholgebruik in de afgelopen periode een rol gespeeld. Met het oog op verdere decompensatie zijn eind april 2010 alle begeleide vrijheden binnen het transmuraal verlof ingetrokken. Ter verbetering van de psychische conditie zijn optimaal antipsychotische medicatie en medicatie om de zucht naar alcohol te verminderen nodig. Gelet op de weerstand van [betrokkene] tegen medicatie is het de vraag of dit haalbaar is. Alleen met intensieve begeleiding kan het recidiverisico beheersbaar worden gehouden. [betrokkene] heeft weinig ziekte- en probleeminzicht. Zij heeft aangegeven geen medicatie te willen gebruiken en voorts dat ze zich daarom niet meer wil richten op verlofopbouw waar medicatiegebruik een voorwaarde voor is. [betrokkene] geeft aan dat ze opteert voor een rustige plek om oud te worden en zich richt op de longstay. [betrokkene] neemt sinds anderhalf jaar haar medicatie niet meer. De behandelaar wil het komende half jaar onderzoeken of [betrokkene] gemotiveerd kan worden tot medicatiegebruik. Het doel is te achterhalen welke setting bij [betrokkene] past. Het einde van de terbeschikkingstelling en resocialisatie zijn alleen te realiseren door middel van medicatie.
Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
5 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting aangegeven dat zij blijft bij haar vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling voor een periode van twee jaar.
6 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en haar raadsvrouw
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting verklaard dat zij het eens is met de vordering van de officier om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Zij geeft aan geplaatst te willen worden op de afdeling longstay.
De raadsvrouw voert aan dat [betrokkene] duidelijk is in haar keuze. De raadsvrouw respecteert deze keuze, hoewel zij zelf een verlenging van één jaar wenselijker acht. De raadsvrouw komt tot dit standpunt omdat de samenwerking tussen [betrokkene] en haar behandelaar mogelijk niet bijzonder vruchtbaar is wegens het gebrek aan vertrouwen aan de zijde van [betrokkene]. De raadsvrouw refereert zich echter ten aanzien van de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling aan het oordeel van de rechtbank.
7 De beoordeling
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de gestelde diagnose zoals hierboven vermeld en de inschatting van het recidive gevaar. De rechtbank oordeelt op grond daarvan dat de ziekelijke stoornis van de geestvermogens die destijds heeft geleid tot oplegging van een TBS en later tot een eerste verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling nog steeds aanwezig is en dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling vereist en dat de termijn van terbeschikkingstelling dient te worden verlengd met twee jaar.
8 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met TWEE JAAR.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.M.G. de Weerd, voorzitter, mr. P. Wagenmakers en mr. S. Wijna, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.T. Dezentje en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 september 2010.