ECLI:NL:RBUTR:2010:BO9848
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Medeplichtigheid aan het kweken van hennep en diefstal van elektriciteit
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 30 november 2010, stond de verdachte terecht voor het medeplichtig zijn aan het kweken van hennep en de diefstal van elektriciteit. De verdachte heeft verklaard dat hij in de weken voorafgaand aan zijn aanhouding meerdere keren plastic vaten met water vulde in een pand te Vianen, waar hij een hennepkwekerij aantrof. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van diefstal van elektriciteit, maar dat de verdachte wel medeplichtig was aan het kweken van hennep. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde medeplegen, maar achtte het subsidiaire feit van medeplichtigheid bewezen. De rechtbank legde een werkstraf van 180 uren op, rekening houdend met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en het feit dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De benadeelde partij, Stedin Netbeheer B.V., werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.