ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1980

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
15 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/440547-10 [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens telen en aanwezig hebben van hennep en diefstal van elektriciteit

Op 15 september 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1950, die werd beschuldigd van het telen en aanwezig hebben van hennep, alsook van diefstal van elektriciteit. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 1 september 2011, waarbij zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging werd gewijzigd volgens artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het telen of aanwezig hebben van hennep en het stelen van elektriciteit.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie meende dat er voldoende bewijs was voor de subsidiaire tenlastelegging van het helpen bij het telen van hennep, maar niet voor de primaire tenlastelegging of de diefstal van elektriciteit. De verdediging vroeg om vrijspraak, stellende dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kon komen.

Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank merkte op dat de verdachte enkel aanwezig was bij de huur van het pand waar de hennep werd aangetroffen en dat er geen bewijs was van zijn betrokkenheid bij de hennepplantages of de diefstal van elektriciteit. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/440547-10 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 september 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1950] te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats],
raadsman mr. B.J. Visser, advocaat te Breda.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 1 september 2011, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.
De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 primair: samen met een ander of anderen hennep heeft geteeld of aanwezig heeft gehad;
Feit 1 subsidiair: behulpzaam is geweest bij het telen of aanwezig hebbenvan hennep;
Feit 2: samen met een ander of anderen elektriciteit heeft gestolen.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen. De officier van justitie acht niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en vordert verdachte daarvan vrij te spreken.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en vraagt verdachte vrij te spreken.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit de zich in het dossier bevindende stukken blijkt met betrekking tot verdachte uitsluitend dat hij aanwezig was toen het pand op de [adres] te Woerden werd gehuurd door mevrouw [A] en dat de aanhanger waar hennep in is aangetroffen op de naam van verdachte stond.
Uit het dossier is niet gebleken van enige betrokkenheid van verdachte bij de hennepplantages in het pand en in de aanhangwagen. Voorts zitten er geen aanwijzingen in het dossier dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal van elektriciteit in het pand.
De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van het onder 1, primair en subsidiair, en 2 tenlastegelegde.
5 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1, primair en subsidiair, en 2 ten laste gelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Ebbens, voorzitter, mr. S. Wijna en mr. R.P. den Otter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Willemsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 september 2011.
Mr. Ebbens is niet in de gelegenheid dit vonnis mee te ondertekenen.