ECLI:NL:RBUTR:2012:BX8097

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
24 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-800200-12
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake bezit van kinderporno met vragen over digitale bestanden en getuigenverhoor

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht, is de verdachte beschuldigd van het bezit van kinderporno. Tijdens de zitting op 10 september 2012 heeft de rechtbank vastgesteld dat het onderzoek niet volledig is geweest. Er zijn vragen gerezen over de zichtbaarheid van gedownloade bestanden op de in beslag genomen gegevensdragers, waaronder twee externe harde schijven en een Apple Imac. De rechtbank heeft besloten om verbalisant UMN 17-121 op te roepen als getuige om verduidelijking te geven over de aangetroffen bestanden en de werking van de gebruikte software.

De rechtbank heeft de behandeling van de zaak geschorst tot 14 januari 2013, waarbij de officier van justitie de verbalisant moet oproepen. De verdachte blijft voorlopig in hechtenis, met voorwaarden die zijn vastgesteld door de rechtbank. De rechtbank heeft ook de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte verlengd tot de datum van de volgende zitting. De beslissing van de rechtbank omvat het heropenen van het onderzoek en het stellen van specifieke vragen aan de getuige over de gedownloade bestanden en de software die is gebruikt.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om verder onderzoek te gelasten naar een persoon genaamd 'Mike', zoals door de verdediging was verzocht, vanwege de beperkte informatie die de verdachte hierover heeft verstrekt. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om de getuige op te roepen voor de volgende zitting, zodat de vragen die bij de rechtbank leven, beantwoord kunnen worden. De zaak zal worden voortgezet op 14 januari 2013, waarbij de rechtbank verwacht dat de betrokken partijen hun verhinderingen tijdig melden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/800200-12
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 24 september 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1962] te [geboorteplaats],
wonende aan de [adres], [woonplaats]
raadsvrouw: mr. E.G.C. Groenendaal, advocaat te Amsterdam.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 10 september 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 14 februari 2012 tot en met 6 maart 2012 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De onvolledigheid van het onderzoek ter terechtzitting.
Na sluiting van het onderzoek is de rechtbank tijdens de beraadslaging gebleken dat het onderzoek in onderhavige zaak niet volledig is geweest. De rechtbank heeft daartoe als volgt overwogen
Op onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers -op een tweetal externe harde schijven van het merk “La Cie” en op de harde schijf van een Apple Imac computer- zijn blijkens het procesdossier kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Over de aangetroffen bestanden leven bij de rechtbank een aantal vragen.
De twee externe harde schijven van met merk “La Cie”
De op deze twee externe harde schijven aangetroffen afbeeldingen zijn gelet op de zich in het dossier bevindende processen-verbaal van verbalisant UMN 17-121 kennelijk gedownload met daartoe bestemde software, te weten de computerprogramma’s Unison en Toth. Onderzoek aan de harde schijven en aan een inbeslaggenomen laptop heeft uitgewezen dat beide schijven aan de laptop zijn gekoppeld (p. B21 0006). De rechtbank heeft een aantal vragen over de met deze computerprogramma’s gedownloade bestanden.
De met het programma Toth binnengehaalde bestanden zijn aangetroffen in mappen beginnend met : “. $$ Stuffit Temp” ( pagina 21 dossier B21). In het proces-verbaal van verbalisant UMN17-121 is vermeld dat mappen beginnend met een punt niet zichtbaar zijn voor de gebruiker. De rechtbank heeft over deze aangetroffen bestanden in ieder geval de volgende vragen:
- Wordt met de bevinding “dat beide harde schijven aan de laptop zijn gekoppeld” bedoeld dat deze fysiek aan de laptop waren gekoppeld ten tijde van de inbeslagneming, of wordt hiermee iets anders bedoeld?
- welke handelingen moet de gebruiker van de computer verrichten met het programma Toth om ervoor te zorgen dat programma’s worden gedownload en op de harde schijf terecht komen? Als de harde schijf aan een computer gekoppeld is, kunnen bestanden dan rechtstreeks op die harde schijf worden gedownload of moet daar een aparte handeling voor worden verricht?
- Kan het programma Toth zo ingesteld worden dat het buiten aanwezigheid van de gebruiker automatisch (al dan niet door de gebruiker nader gespecificeerde) bestanden zoekt en downloadt?
- wat betekent het dat de aangetroffen bestanden in een verborgen map staan en onzichtbaar zijn voor de gebruiker? Zijn met het programma Toth binnengehaalde bestanden altijd onzichtbaar of moeten deze bestanden door de gebruiker onzichtbaar worden gemaakt? Of betekent het in dit geval (mede gelet op de omschrijving “Temp” in de bestandsnaam) dat genoemde bestanden nimmer door de gebruiker zijn gedownload, maar slechts met behulp van het programma zijn bekeken? Of zijn onzichtbare bestanden bestanden die zijn verwijderd door de gebruiker?
- In het proces-verbaal staat op pagina B21—0021 gerelateerd: “Echter met vrij verkrijgbare software is deze map op eenvoudige wijze weer zichtbaar en toegankelijk te maken.” Is deze software aangetroffen op één van de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers?
Tevens zijn op voormelde harde schijven bestanden aangetroffen die zijn binnengehaald met het programma Unison. Hierover heeft de rechtbank in ieder geval de volgende vraag:
- welke handelingen moeten door de gebruiker worden verricht om ervoor te zorgen dat met het programma Unison bestanden worden gedownload en op de harde schijf terecht komen? Als de harde schijf aan een computer gekoppeld is, kunnen bestanden dan rechtstreeks op die harde schijf worden gedownload of moet daar een aparte handeling voor worden verricht?
- Kan het programma Unison zo ingesteld worden dat het buiten aanwezigheid van de gebruiker automatisch (al dan niet door de gebruiker nader gespecificeerde) bestanden zoekt en downloadt?
De Apple Imac
De op de Apple Imac aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen in mappen beginnend met “. temp”. Dit betekent volgens het proces-verbaal van verbalisant UMN 17-121 dat deze bestanden niet zichtbaar zijn voor de gebruiker. Over deze aangetroffen bestanden heeft de rechtbank in ieder geval de volgende vragen:
- wat betekent het dat de aangetroffen bestanden in een verborgen map staan en onzichtbaar zijn voor de gebruiker? Zijn deze bestanden door de gebruiker onzichtbaar gemaakt, zijn deze bestanden altijd onzichtbaar geweest of zijn deze bestanden door de gebruiker verwijderd?
- In het proces-verbaal staat op pagina B21—0062 gerelateerd: “Echter met vrij verkrijgbare software is deze map op eenvoudige wijze weer zichtbaar en toegankelijk te maken.” Is deze software aangetroffen op de betreffende Imac danwel op één van de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers?
- betekent de omstandigheid dat deze bestanden in een “temp” file staan de gebruiker deze bestanden alleen bekeken of kan het ook zo zijn dat de gebruiker deze bestanden daadwerkelijk heeft gedownload?
Heropening onderzoek
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het onderzoek heropenen teneinde verbalisant UMN 17-121 ter terechtzitting te horen.
De rechtbank ziet geen aanleiding een nader onderzoek te gelasten naar een zekere “Mike” zoals door de verdediging verzocht, gelet op de beperkte informatie die verdachte over deze persoon heeft gegeven en het reeds in opdracht van de officier van justitie verrichte onderzoek.
De rechtbank geeft de officier van justitie opdracht verbalisant UMN17-121 voor de volgende zitting op te roepen als getuige, teneinde een toelichting te geven op de door hem opgestelde processen-verbaal en antwoord te geven op de bij de rechtbank levende vragen.
De rechtbank schorst het onderzoek ter zitting tot 14 januari 2013 te 13.45 uur. Dan zal het onderzoek ter zitting worden voortgezet. Indien de raadsvrouw van verdachte dan wel de officier van justitie verhinderd mochten zijn op deze datum dienen zij dit uiterlijk drie werkdagen na het uitspreken van dit vonnis aan de rechtbank kenbaar te maken onder opgave van verhinderdata.
De rechtbank zal de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte onder dezelfde voorwaarden verlengen tot 14 januari 2013 13.45 uur.
5 De beslissing.
De rechtbank:
- heropent het onderzoek ter terechtzitting dat op 10 september 2012 was gesloten;
- schorst het onderzoek tot de zitting van 14 januari 2013 om 13.45 uur;
- bepaalt dat mocht de raadsvrouw van verdachte dan wel de officier van justitie op deze datum verhinderd zijn, zij dit uiterlijk drie werkdagen na het uitspreken van dit vonnis, onder opgave van verhinderdata, dienen te berichten aan de rechtbank;
- beveelt de officier van justitie de verbalisant UMN 17-121 als getuige op te roepen voor de datum waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat;
- beveelt de oproeping van verdachte en de raadsman tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat;
- schorst de voorlopige hechtenis van verdachte tot 14 januari 2013 13.45 uur onder de volgende voorwaarden:
a. dat verdachte, indien de opheffing der schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
b. dat verdachte, ingeval hij wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
c. dat verdachte zal verschijnen op iedere oproeping hem gedaan door of namens de rechter-commissaris en/of de officier van justitie of enige andere justitiële instantie;
d. dat verdachte zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.G. de Weerd, voorzitter, mr. S. Wijna en
mr. T. Reichardt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C.J. Evers, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 september 2012.
Mrs. S. Wijna en T. Reichardt zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.