ECLI:NL:RBUTR:2012:BY3789

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
22 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/655843-12 [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van kleinkinderen en ontuchtige handelingen

In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 22 november 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan het misbruiken van zijn kleinkinderen. De verdachte, geboren in 1939, heeft meerdere ontuchtige handelingen gepleegd met zijn zes kleinzoons en een schoonzoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangiftes van de slachtoffers geloofwaardig zijn, omdat ze gedetailleerd zijn en elkaar ondersteunen. De verdachte heeft herhaaldelijk verklaard dat hij niet meer precies weet wat er is gebeurd, maar de rechtbank hecht veel waarde aan de verklaringen van de slachtoffers en het bewijs dat is verzameld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, waarbij zij rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld en dat hij op hoge leeftijd is, maar dit heeft niet geleid tot een lagere straf. De rechtbank heeft geoordeeld dat het gedrag van de verdachte zeer verwerpelijk is en dat een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. De rechtbank heeft de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering gebracht op de opgelegde gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/655843-12 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 november 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1939] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd te [naam] te ’s-Gravenhage,
raadsvrouw mr. L.E. Toet, advocaat te Utrecht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 8 november 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 primair:
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 1], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van 16 jaren had bereikt;
Feit 1 subsidiair:
ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 1], die toen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt;
Feit 2 primair:
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 2], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
Feit 2 subsidiair:
ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 2], die toen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt;
Feit 3 primair:
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 3], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt
en
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 3], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van 16 jaren had bereikt;
Feit 3 subsidiair:
ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 3], die toen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt;
Feit 4 primair:
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 4], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van 16 jaren had bereikt;
Feit 4 subsidiair:
ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 4], die toen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt;
Feit 5 primair:
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 5], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt
en
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 5], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van 16 jaren had bereikt;
Feit 5 subsidiair:
ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 5], die toen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt;
Feit 6 primair:
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 6], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt
en
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede hebben bestaan uit seksueel binnendringen, met [slachtoffer 6], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van 16 jaren had bereikt;
Feit 6 subsidiair:
ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 6], die toen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt;
Feit 7:
[slachtoffer 7] heeft gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte hetgeen onder feit 1 tot en met 6 primair en hetgeen onder feit 7 is ten laste gelegd heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van feit 1 primair en subsidiair, feit 6 primair en subsidiair en feit 7 en wijst daarbij op de ontkennende verklaring van verdachte.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
4.3.1 De bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat verdachte vanaf dat aangever twaalf jaar was tot dat aangever zestien jaar was te Rhenen meerdere malen ontuchtige handelingen met hem heeft gepleegd. Verdachte heeft hem op zijn mond gezoend. Verdachte deed daarbij zijn tong in de mond van aangever. Ook heeft verdachte aan de ontblote penis van aangever gevoeld. Ook moest aangever aan de penis van verdachte voelen.
[slachtoffer 1] is geboren op [1991].
Verdachte heeft verklaard dat hij zes kleinkinderen heeft misbruikt, onder wie [slachtoffer 1].
Ten aanzien van feit 2 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 primair tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat verdachte vanaf dat aangever zeven jaar was tot dat aangever twaalf jaar was te Rhenen meerdere malen ontuchtige handelingen met hem heeft gepleegd. Aangever moest de ontblote penis van verdachte voelen en aftrekken. Aangever moest de penis van verdachte in zijn mond doen en heen en weer gaan met zijn hoofd. Verdachte heeft ook de ontblote penis van aangever in zijn mond gebracht en de ontblote penis van aangever aangeraakt en afgetrokken.
[slachtoffer 2] is geboren op [1988].
Verdachte heeft verklaard dat hij zes kleinkinderen heeft misbruikt, onder wie [slachtoffer 2].
Ten aanzien van feit 3 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 3 primair tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat verdachte vanaf dat aangever acht jaar was tot dat aangever zestien jaar was te Rhenen meerdere malen ontuchtige handelingen met hem heeft gepleegd. Verdachte heeft de ontblote penis van aangever betast, afgetrokken en in zijn mond gebracht. Aangever heeft de ontblote penis van verdachte betast, afgetrokken en in zijn mond gebracht. Ook heeft verdachte een paar keer zijn tong in de mond van aangever gedaan.
[slachtoffer 3] is geboren op [1985].
Verdachte heeft verklaard dat hij zes kleinkinderen heeft misbruikt, onder wie [slachtoffer 3].
Ten aanzien van feit 4 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 4 primair tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[slachtoffer 4] heeft aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat verdachte vanaf dat aangever dertien jaar was tot dat aangever zestien jaar was te Rhenen meerdere malen ontuchtige handelingen met hem heeft gepleegd. Aangever moest verdachte aftrekken en pijpen. Verdachte heeft aangever afgetrokken en gepijpt. Ook heeft verdachte de ontblote penis van aangever aangeraakt en moest aangever de ontblote penis van verdachte aanraken. Verdachte heeft aangever ook meermalen gezoend en deed daarbij zijn tong in de mond van aangever.
[slachtoffer 4] is geboren op [1992].
Verdachte heeft verklaard dat hij zes kleinkinderen heeft misbruikt, onder wie [slachtoffer 4].
Ten aanzien van feit 5 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 5 primair tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[slachtoffer 5] heeft aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat verdachte vanaf dat aangever negen jaar was tot dat aangever vijftien jaar was te Rhenen en Lienden meerdere malen ontuchtige handelingen met hem heeft gepleegd. Verdachte heeft de ontblote penis van aangever betast, afgetrokken en gepijpt. Aangever heeft de ontblote penis van verdachte betast, afgetrokken en gepijpt. Ook heeft verdachte aangever meermalen gezoend met zijn tong erbij.
[slachtoffer 5] is geboren op [1992].
Verdachte heeft verklaard dat hij zes kleinkinderen heeft misbruikt, onder wie [slachtoffer 5].
Ten aanzien van feit 6 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 6 primair tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[slachtoffer 6] heeft aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat verdachte vanaf dat aangever tien jaar was tot dat aangever vijftien jaar was te Rhenen meerdere malen ontuchtige handelingen met hem heeft gepleegd. Verdachte heeft de ontblote penis van aangever aangeraakt en aan de ontblote penis getrokken. Tevens heeft verdachte geprobeerd om zijn ontblote penis in de mond van aangever te brengen. Ook heeft verdachte aangever gepijpt en gezoend op zijn mond, waarbij verdachte zijn tong in de mond van aangever bracht. Aangever heeft verdachte afgetrokken.
[slachtoffer 6] is geboren op [1992].
Verdachte heeft verklaard dat hij zes kleinkinderen heeft misbruikt, onder wie [slachtoffer 6].
Ten aanzien van feit 7
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 7 tenlastegelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[slachtoffer 7] heeft aangifte gedaan tegen verdachte. Begin juni 2008 heeft verdachte te Rhenen geprobeerd aangever een tongzoen te geven. Verdachte kuste aangever vol op zijn mond met zijn tong. Aangever deed zijn tanden op elkaar en voelde dat de tong van verdachte zijn tanden raakte.
Aangever [slachtoffer 7] is enige dagen na het incident naar verdachte gegaan om met hem te praten. Aangever heeft dit gesprek opgenomen op een memorecorder. In het gesprek wordt onder meer het volgende gezegd.
Verdachte: Ja, ik heb jou gekust.
Aangever: Ja, hoe hebt u mij gekust, weet u dat nog heel goed?
Verdachte: Dat weet ik heel goed.
Aangever: Weet u hoe u mij gekust heeft maandag?
Verdachte: Dat weet ik ook.
Aangever: Met uw tong.
Verdachte: Ik ben te ver gegaan.
(…)
Aangever: Maar hoe je nou een man op zijn mond met een tong?
Verdachte: Ja dat ging, dat ging gewoon in de sfeer van ik kus jou, ja je tong.. ja dat gebeurde.
4.3.2 Bewijsoverwegingen
De rechtbank overweegt dat verdachte verschillende gedragingen die zijn genoemd in de tenlastelegging, heeft ontkend. De rechtbank gaat voorbij aan die ontkenningen en overweegt daartoe het volgende.
De rechtbank acht de aangiftes geloofwaardig, omdat zij gedetailleerd zijn en omdat zich in het dossier geen enkel aanknopingspunt bevindt om aan de aangiftes te twijfelen. De rechtbank weegt daarbij mee dat verdachte herhaaldelijk heeft verklaard dat hij het allemaal niet meer precies weet. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de aangiftes elkaar ondersteunen, omdat er overeenkomsten bestaan in de handelingen, plaatsen en momenten die genoemd zijn in de aangiftes en omdat zes van de aangevers kleinzoons van verdachte zijn.
De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 6 primair dat verdachte zich op het standpunt heeft gesteld dat er helemaal geen sprake is geweest van seksueel misbruik. De rechtbank acht ook dit feit wettig en overtuigend bewezen en hecht daarbij naast voornoemde overwegingen veel waarde aan de eerste verklaring van verdachte bij de politie waarin hij heeft verklaard dat hij ook [slachtoffer 6] heeft misbruikt. Ook weegt de rechtbank mee dat juist [slachtoffer 6] degene is die als eerste van alle aangevers met zijn verhaal naar buiten is gekomen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 7 dat verdachte in het op een memorecorder opgenomen gesprek heeft bekend dat hij onverhoeds zijn tong in de mond van aangever heeft gestoken. De rechtbank is van oordeel dat dit opgenomen gesprek voldoende steunbewijs oplevert voor de aangifte en is derhalve van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. De enkele ontkenning van verdachte doet hieraan niets af, mede omdat voor deze ontkenning geen enkele steun aanwezig is in het dossier.
Alles overwegende acht de rechtbank feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair, feit 4 primair, feit 5 primair, feit 6 primair en feit 7 wettig en overtuigend bewezen.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
Primair
op tijdstippen gelegen in de periode van 31 januari 2003 tot en met 30 januari 2007 te Rhenen met [slachtoffer 1], geboren op [1991], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte telkens zijn tong in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en zich laten betasten aan zijn penis en de ontblote penis van die [slachtoffer 1] betast en vastgehouden en op de mond van die [slachtoffer 1] gezoend;
2.
Primair
op tijdstippen gelegen in de periode van 7 juli 1995 tot en met 6 juli 2000 te Rhenen met [slachtoffer 2], geboren op [1988], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, telkens zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en de ontblote penis van die [slachtoffer 2] betast en vastgehouden en aan de ontblote penis van die [slachtoffer 2] getrokken en zich laten betasten aan zijn ontblote penis en de ontblote penis van die [slachtoffer 2] in zijn mond gebracht
3.
Primair
op tijdstippen gelegen in de periode van 18 februari 1993 tot en met 17 februari 1997 te Rhenen met [slachtoffer 3], geboren op [1985], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, telkens zijn tong in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht en zijn penis in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht en de ontblote penis van die [slachtoffer 3] betast en vastgehouden en aan de ontblote penis van die [slachtoffer 3] getrokken en de ontblote penis van die [slachtoffer 3] in zijn mond gebracht en gehouden;
en
op tijdstippen gelegen in de periode van 18 februari 1997 tot en met 17 februari 2001 te Rhenen met [slachtoffer 3], geboren op [1985], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, telkens zijn tong in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht en zijn penis in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht en de ontblote penis van die [slachtoffer 3] betast en vastgehouden en aan de ontblote penis van die [slachtoffer 3] getrokken en de ontblote penis van die [slachtoffer 3] in zijn mond gebracht en gehouden;
4.
Primair
op tijdstippen gelegen in de periode van 20 juli 2005 tot en met 19 juli 2008 te Rhenen met [slachtoffer 4], geboren op [1992], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, zijn tong in de mond van die [slachtoffer 4] gebracht en zijn penis in de mond van die [slachtoffer 4] gebracht en de ontblote penis van die [slachtoffer 4] betast en vastgehouden en de ontblote penis van die [slachtoffer 4] in zijn mond gebracht en gehouden en zich laten betasten en aftrekken aan zijn ontblote penis;
5.
Primair
op tijdstippen gelegen in de periode van 31 oktober 2001 tot en met 30 oktober 2004 te Rhenen, met [slachtoffer 5], geboren op [1992], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, telkens zijn tong in de mond van die [slachtoffer 5] gebracht en zijn penis in de mond van die [slachtoffer 5] gebracht en de ontblote penis van die [slachtoffer 5] betast en vastgehouden en aan de ontblote penis van die [slachtoffer 5] getrokken en de ontblote penis van die [slachtoffer 5] in zijn mond gebracht en gehouden en zichzelf in het bijzijn van die [slachtoffer 5] afgetrokken;
en
op tijdstippen gelegen in de periode van 31 oktober 2004 tot en met 30 oktober 2008 te Rhenen en Lienden, met [slachtoffer 5], geboren op [1992], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, zijn tong in de mond van die [slachtoffer 5] gebracht en zijn penis in de mond van die [slachtoffer 5] gebracht en de ontblote penis van die [slachtoffer 5] betast en vastgehouden en aan de ontblote penis van die [slachtoffer 5] getrokken en de ontblote penis van die [slachtoffer 5] in zijn mond gebracht en gehouden en zichzelf in het bijzijn van die [slachtoffer 5] afgetrokken;
6.
Primair
op tijdstippen gelegen in de periode van 31 oktober 2002 tot en met 30 oktober 2004 te Rhenen, met [slachtoffer 6], geboren op [1992], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte telkens zijn tong in de mond van die [slachtoffer 6] gebracht en geprobeerd zijn penis in de mond van die [slachtoffer 6] te brengen en de ontblote penis van die [slachtoffer 6] betast en vastgehouden en aan de ontblote penis van die [slachtoffer 6] getrokken en geprobeerd de penis van die [slachtoffer 6] in zijn mond te nemen;
en
op tijdstippen gelegen in de periode van 31 oktober 2004 tot en met 30 oktober 2007te Rhenen, met [slachtoffer 6], geboren op [1992], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, zijn tong in de mond van die [slachtoffer 6] gebracht en geprobeerd zijn penis in de mond van die [slachtoffer 6] te brengen en de ontblote penis van die [slachtoffer 6] betast en vastgehouden en aan de ontblote penis van die [slachtoffer 6] getrokken en geprobeerd de penis van die [slachtoffer 6] in zijn mond te nemen;
7.
in juni 2008 te Rhenen, door een andere feitelijkheid dan geweld [slachtoffer 7] heeft gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, immers heeft hij, verdachte, onverhoeds een tong in de mond van die [slachtoffer 7] gestoken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Feit 1 primair en feit 4 primair:
telkens: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 2 primair:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 3 primair, feit 5 primair en feit 6 primair:
telkens:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd
en
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 7: feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
5.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) jaren met aftrek van de duur van het voorarrest.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht rekening te houden met de blanco documentatie van verdachte, het door de psycholoog als laag ingeschatte recidivegevaar en de hoge leeftijd van verdachte. De raadsvrouw heeft op grond daarvan verzocht een veel lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan het misbruiken van zijn kleinkinderen. Dit misbruik bestond onder meer uit het tongzoenen van meerdere kleinzoons, het betasten, vasthouden en aftrekken van de penis van meerdere kleinzoons, het in de mond nemen van de penis van meerdere kleinzoons, het in de mond brengen van zijn eigen penis bij meerdere kleinzoons en het laten betasten en aftrekken van zijn eigen penis. Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het dwingen van zijn schoonzoon tot het dulden van een tongzoen.
Verdachte heeft misbruik gemaakt van het aanzien en het vertrouwen dat hij genoot als opa en vader binnen de familie, en ook als ouderling binnen de kerkelijke gemeenschap.
Verdachte heeft hiermee op zeer ernstige wijze de lichamelijke integriteit van zes van zijn kleinzoons en van zijn schoonzoon geschonden. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van seksueel misbruik de psychische en lichamelijke gevolgen daarvan nog lange tijd mee zullen dragen.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op:
- een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 23 juli 2012, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie;
- een de verdachte betreffend reclasseringsrapport d.d. 18 juli 2012, opgesteld door J.A. van Beersum;
- een de verdachte betreffend pro justitia rapport d.d. 1 november 2012, opgesteld door prof. dr. J.J. Baneke, forensisch psycholoog.
De reclassering adviseert om verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen met de bijzondere voorwaarden dat verdachte zich moet melden bij de reclassering en moet meewerken aan een behandeling.
De psycholoog adviseert aanvullend neurologisch en neuropsychologisch onderzoek te laten plaatsvinden om te onderzoeken of het gedrag van verdachte kan worden verklaard uit dementie of andere neurologische stoornissen.. Bij een veroordeling adviseert de psycholoog verplicht reclasseringscontact op te leggen met als bijzondere voorwaarde behandeling door een psycholoog.
De rechtbank vindt nader onderzoek niet nodig omdat uit het dossier blijkt dat verdachte in 2011 uitvoerig neurologisch en neuropsychologisch is onderzocht door de neurologen drs A.H. Snijders en dr. L.M.L. van Winsen van het UMC St. Radbout en zij de diagnose frontotemporale dementie of andere neurodegeneratieve ziekten zeer onwaarschijnlijk achten.
De rechtbank acht verdachte volledig toerekeningsvatbaar
De rechtbank vindt een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Het gedrag van verdachte is zeer verwerpelijk. Het misbruik van de zes kleinkinderen vond plaats op jonge leeftijd waarin geen van hen weet had van seksualiteit. Verdachte heeft door zijn handelen niet alleen de lichamelijke integriteit van zijn kleinkinderen geschonden maar ook hun vertrouwen. Hij heeft hen daarbij jarenlang opgezadeld met de druk om het tegen niemand te vertellen en hen verantwoordelijk gemaakt voor de gevolgen die dit voor verdachte zou hebben. Dit hebben ze als een zware last ervaren. Door verdachtes handelen is hun hechte familie verscheurd geraakt. De rechtbank is van oordeel dat op dermate ernstig seksueel misbruik niet anders gereageerd kan worden dan met een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, omdat zij meer dan de officier van justitie rekening houdt met de hoge leeftijd van verdachte en met het gegeven dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit veroordeeld is. Gelet op de duur van de gevangenisstraf die de rechtbank zal opleggen, ziet de rechtbank geen ruimte voor een voorwaardelijke gedeelte daarvan. De rechtbank merkt daarbij op dat hulpverlening in het kader van een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling opgestart kan worden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren passend en geboden is. De rechtbank zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 27, 57, 244, 245, 246 en 247 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1 primair en feit 4 primair:
telkens: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 2 primair:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 3 primair, feit 5 primair en feit 6 primair:
telkens:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd
en
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 7: feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van zes (6) jaren;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Krol, voorzitter, mr. I.J.B. Corbey en mr. S. Wijna, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Willemsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 22 november 2012.