ECLI:NL:RBZLY:2006:AY5722

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
10 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105764 / HA ZA 05-185
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfgenaamschap en rechtsgeldigheid van testament in het licht van geestelijke toestand

In deze zaak vordert de eiseres, de dochter van de overledene, een verklaring voor recht dat het testament van haar vader, opgemaakt op 23 september 2004, niet rechtsgeldig is. De eiseres stelt dat haar vader ten tijde van het opmaken van het testament niet in staat was om zijn wil te bepalen, vanwege zijn verslechterende gezondheid en medicijngebruik. De vader, die op 29 september 2004 overleed, had kort voor zijn overlijden de Rooms-Katholieke Parochie van de H. Ludgerus als enige erfgenaam benoemd. De eiseres betwist de rechtsgeldigheid van dit testament en stelt dat haar vader een geestelijke stoornis had die hem belette om een weloverwogen beslissing te nemen.

De rechtbank heeft de procedure in verschillende stappen doorlopen, waaronder de dagvaarding, conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De eiseres heeft bewijs aangeboden om haar stelling te onderbouwen dat haar vader niet in staat was om zijn wil te bepalen. De Parochie heeft de stellingen van de eiseres betwist en aangevoerd dat de vader bij het opmaken van het testament goed bij kennis was en zijn wil duidelijk heeft geuit om de eiseres te onterven.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiseres haar stelling moet bewijzen en heeft een bewijslevering door getuigen gelast. De zaak zal opnieuw worden opgeroepen voor het opgeven van verhinderdata. De rechtbank heeft verder iedere beslissing aangehouden tot de bewijslevering heeft plaatsgevonden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.P. Loman op 10 mei 2006.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 105764 / HA ZA 05-185
Vonnis van 10 mei 2006
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaats],
eiseres,
procureur mr. M.G.I.W. Teunis,
advocaat mr. F.P. van Dalen,
tegen
de kerkelijke rechtspersoon
ROOMS-KATHOLIEKE PAROCHIE VAN DE H. LUDGERUS,
gevestigd te Dronten,
gedaagde,
procureur mr. E.A.M. Claassen,
advocaat mr. R.A.A. Geene.
Partijen zullen hierna [eiseres] en de Parochie genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek, tevens akte wijziging van eis
- de conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] is enig kind van [moeder], geboren op [datum] 1921 (hierna: moeder) en [vader], geboren op [datum] 1918 (hierna: vader).
2.2 Moeder is op [datum] 1994 overleden. [eiseres] en vader zijn op grond van de wet haar erfgenamen.
2.3 In maart 2004 heeft vader een lichte hersenbloeding gehad. In de zomer van 2004 is vader geopereerd aan zijn blaas en prostaat. In verband met zijn verslechterende gezondheidstoestand heeft vader vanaf augustus 2004 thuiszorg gekregen van Icare.
2.4 In de zorgadministratie van Icare wordt ten aanzien van de bevindingen op 23 september 2004 onder meer het volgende vermeld:
(...)
Fred
12.00 - 16.30 Pastoor + notaris zijn geweest.
Vertrek om 12.35. Worden in de loop van de middag terug verwacht.
Op verzoek wacht ik met de druppels tot ze zijn geweest.
13.05 po stoel, plas gedaan
13.15 notaris & getuigen aanwezig
13.25 akte voorgelezen en getekend
13.30 dokter arriveert
13.40 20 x Haldol toegedient
(...)
2.5 Vader heeft bij testament van 23 september 2004 de Parochie tot zijn enig erfgenaam benoemd.
2.6 Vader is op 29 september 2004 overleden.
2.7 De Parochie heeft de erfenis aanvaard.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert primair voor recht te verklaren dat het testament van vader van 23 september 2004 niet rechtsgeldig is. Kort samengevat stelt [eiseres] daartoe dat vader ten tijde van het laten opmaken van zijn testament vanwege zijn medische toestand en vanwege zijn medicijngebruik niet in staat was om zijn wil te bepalen. Er was sprake van een blijvende dan wel tijdelijke geestelijke stoornis, aldus [eiseres].
Subsidiair, in het geval geoordeeld wordt dat het testament wel rechtsgeldig is, vordert [eiseres] dat de omvang van de nalatenschap van moeder (welke nalatenschap volgens [eiseres] nog niet is verdeeld) en van de nalatenschap van vader wordt vastgesteld. In dit verband heeft [eiseres] aangevoerd dat zij, in het geval het testament wel rechtsgeldig is, een beroep doet op haar wettelijk erfdeel.
3.2 De Parochie betwist de stellingen van [eiseres]. Voorafgaand aan het laten opmaken van zijn testament heeft vader enkele malen met de pastoor gesproken. Tijdens die gesprekken was vader goed bij kennis. Op 22 september 2004 gaf vader gemotiveerd te kennen dat hij [eiseres] wilde onterven en de Parochie tot enig erfgenaam wilde benoemen. Ook ten tijde van het laten opmaken van zijn testament op 23 september 2004 was vader goed bij kennis en was hij in staat om zijn wil te bepalen. Het testament is derhalve rechtsgeldig.
Bij gebrek aan wetenschap betwist de Parochie dat de nalatenschap van moeder destijds niet is verdeeld. De Parochie is bereid inzage te geven in de omvang van de nalatenschap van vader, zodat het wettelijk erfdeel van [eiseres] bepaald kan worden.
4. De beoordeling
4.1. Het geschil met betrekking tot de primaire vordering spitst zich toe op de vraag of vader ten tijde van het laten opmaken van zijn testament op 23 september 2004 in staat was om zijn wil te bepalen. [eiseres] stelt dat die wil bij haar vader ontbrak. Nu de Parochie dat gemotiveerd heeft betwist dient [eiseres] haar stelling te bewijzen. Conform haar aanbod zal [eiseres] in de gelegenheid worden gesteld dat bewijs te leveren.
4.2 Gelet op hetgeen onder 4.1 is overwogen zal de rechtbank haar oordeel met betrekking tot hetgeen subsidiair door [eiseres] is gevorderd aanhouden.
4.3 Mitsdien dient als na te melden te worden beslist.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1 draagt [eiseres] op te bewijzen dat vader ten tijde van het laten opmaken van zijn testament op 23 september 2004 niet in staat was om zijn wil te bepalen;
5.2 bewijslevering door getuigen kan plaatsvinden op nader te bepalen dag en uur in het gerechtsgebouw te Lelystad, Stationsplein 15. De zaak zal weer worden opgeroepen op de rolzitting van 31 mei 2006 voor opgave verhinderdata door beide partijen ambtshalve peremptoir. De met bewijs belaste partij dient dan tevens op te geven welke en hoeveel getuigen zullen worden voorgebracht;
5.3 verder houdt de rechtbank iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. Loman en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2006.