ECLI:NL:RBZLY:2006:AY5722
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Erfgenaamschap en rechtsgeldigheid van testament in het licht van geestelijke toestand
In deze zaak vordert de eiseres, de dochter van de overledene, een verklaring voor recht dat het testament van haar vader, opgemaakt op 23 september 2004, niet rechtsgeldig is. De eiseres stelt dat haar vader ten tijde van het opmaken van het testament niet in staat was om zijn wil te bepalen, vanwege zijn verslechterende gezondheid en medicijngebruik. De vader, die op 29 september 2004 overleed, had kort voor zijn overlijden de Rooms-Katholieke Parochie van de H. Ludgerus als enige erfgenaam benoemd. De eiseres betwist de rechtsgeldigheid van dit testament en stelt dat haar vader een geestelijke stoornis had die hem belette om een weloverwogen beslissing te nemen.
De rechtbank heeft de procedure in verschillende stappen doorlopen, waaronder de dagvaarding, conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De eiseres heeft bewijs aangeboden om haar stelling te onderbouwen dat haar vader niet in staat was om zijn wil te bepalen. De Parochie heeft de stellingen van de eiseres betwist en aangevoerd dat de vader bij het opmaken van het testament goed bij kennis was en zijn wil duidelijk heeft geuit om de eiseres te onterven.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiseres haar stelling moet bewijzen en heeft een bewijslevering door getuigen gelast. De zaak zal opnieuw worden opgeroepen voor het opgeven van verhinderdata. De rechtbank heeft verder iedere beslissing aangehouden tot de bewijslevering heeft plaatsgevonden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.P. Loman op 10 mei 2006.